Trektocht door Maleisisch Borneo
•
Vlucht Amsterdam - Kuching (dag 1)
•
Kuching (dag 2 en 3)
•
Iban longhouses (dag 4 t/m 7)
•
Bako National Park (dag 8 en 9)
•
Vlucht naar Miri (dag 10)
•
Gunung Mulu National Park (dag 11 t/m 16)
•
Kota Kinabalu (dag 17 en 18)
•
Gunung Kinabalu National Park (dag 19 en 20)
•
Poring Hot Springs (dag 21)
•
Manukan Island (dag 22)
•
Vlucht Kota Kinabalu - Amsterdam (dag 23 t/m 24)
Van 22 september tot 15 oktober 2001 heb ik, Olaf, een trektocht gemaakt door Maleisisch Borneo (Sarawak en Sabah).
Hieronder zijn mijn reisverslag en foto's te vinden van deze reis.
Vlucht Amsterdam - Kuching (dag 1) | |
Rond 9.30 ontmoet ik een medewerker van Sawadee die mij de tickets overhandigd voor de vlucht naar Kuching in Maleisisch
Borneo. Na het inchecken ontmoet ik gelijk een paar medereizigers en met een aantal gaan we rond 10.15 uur door de douane.
Het is goed te merken dat er verscherpte controles zijn vanwege de aanslagen in Amerika. Rond 12.30 uur stijgen we op en
vliegen we naar naar Kuala Lumpur. Daar landen we om 01:00 uur Nederlandse tijd (07.00 uur plaatselijke tijd). Onze
verblijfsvergunningen voor West Maleisië en Sabah worden in orde gemaakt en na een kleine dwaaltocht over het vliegveld
van Kuala Lumpur vliegen we rond 8.15 uur door naar de eindbestemming Kuching. Daar komen we rond 10.15 uur aan waar we
een verblijfsvergunning voor Sarawak krijgen.
Kuching (dag 2 en 3) | |
Nadat we door de douane heen zijn gegaan worden we opgevangen door Miquel, onze reisbegeleider voor de komende drie weken.
We rijden met de bus naar het Borneo hotel in Kuching en onderweg worden de namen van iedereen al druk uit het hoofd
geleerd.
Bij aankomst worden de kamers verdeeld waarna we in de lobby van het hotel een welkomsdrankje krijgen aangeboden. Miquel
vertelt kort wat we van deze reis kunnen verwachten en geeft ons wat tips mee over de stad Kuching. Een van de eerste
dingen waar ik aan moet wennen is dat het 'luchtige' Nederlandse klimaat heeft plaatsgemaakt voor een veel drukkender en
benauwder tropisch klimaat. De temperatuur ligt rond de 35 graden en de luchtvochtigheid is zo'n 90 tot 95%. Het is vandaag
ook redelijk onbewolkt en met de zon zo hoog boven je (we zitten vlakbij de evenaar) leer je het snel af om pal in de zon
te blijven. We zijn maar heel even in de zon geweest voor het hotel en ik zag direct al dat ik aan het verbranden was. Een
van de belangrijkste tips die Miguel ons dan ook meegeeft is : "Als je sneller loopt dan een Maleisiër, loop je te snel".
Het is even wennen om ons aan deze tip te houden want we zijn toch gewend om flink door te stappen.
We dwalen wat door Kuching heen en na een tijdje raken we al aardig gewend en passen we ons tempo ook steeds meer aan.
's Avonds gaan we met zijn allen eten op het dak van een parkeergarage. Hier bovenop is een halve overkapping gemaakt waar
diverse kleine visrestaurantjes te vinden zijn. De knoflook komt je tegemoet en iedereen kan zelf de vis en groenten
uitkiezen die men wil hebben. Hier word ik direct geconfronteerd met de eerste oerwoudgroente, varens, die mij qua smaak
doen denken aan zeekraal.
|
|
Zicht op Kuching |
Handelaars in Kuching |
De volgende dag hebben we nog genoeg tijd om Kuching zelf te bekijken. We bezoeken het Sarawak Museum waar we een goed
beeld krijgen van alle dieren die voorkomen in de jungle en de diverse bevolkingsgroepen. Wat mij verder opvalt is dat het
eten een belangrijke plaats inneemt bij de lokale bevolking. Door de hele stad is veel laagbouw te vinden. Er zijn
woonruimtes op de eerste verdiepingen en daaronder zitten kleine winkeltjes met diverse eettentjes. Deze winkels bestaan
vaak alleen uit een soort grote garage met alleen witte muren, een paar TL balken en ventilatoren. De hele dag door zijn
er wel mensen te vinden in de kleine eettentjes.
Door de verschillende culturen heb je ook zeer veel keus in voedsel. Ook bij de lokale markt is er genoeg te zien en te
doen. Diverse oerwoudgroente en vis ligt uitgestald op de vele kraampjes bij het water.
Het is ook goed te merken dat het dagelijks leven zich bij deze winkeltjes en eettentjes afspeelt. De verkopers staan voor
hun winkel en maken diverse praatjes met de lokale bevolking. Ook zitten er veel mensen op een kleedje op de stoep met
allerlei oerwoudgroente voor de verkoop.
De mensen zijn erg vriendelijk en zeker niet opdringerig als het gaat om het aanprijzen van hun producten. Het valt wel op
dat we ongeveer de enige (blanke) toerist zijn. We worden 'aangegaapt' door iedereen en het lijkt wel of we iets heel
bijzonders zijn. Jehe, onze lokale gids laat ons ook weten dat als je blank bent je erg knap bent in Maleisie. Terwijl de
meeste Nederlanders moeite doen om een kleurtje te krijgen in de zomer, probeert de bevolking daar er zo blank mogelijk
uit te zien.
We maken nog een oversteek naar fort Margherita waar je een mooi uitzicht hebt op Kuching. Rond 16.00 uur keren we terug
naar het hotel waar we onze rugtas inpakken voor de eerste trektocht maken door de jungle.
Iban longhouses (dag 4 t/m 7) | |
Om 7.30 uur vertrekken we met onze bus richting de Lemanakrivier. In Semonggoh maken we een tussenstop bij een
opvangcentrum voor Oerang Oetans. Deze dieren leven in het wild en komen op gezette tijden naar deze plek om te eten. De
regering van Maleisië heeft ingezien hoe uniek deze dieren zijn die alleen nog voorkomen op Borneo en Sumatra. Er zijn
diverse opvangcentra opgezet in Maleisië; bij dit opvangcentrum verblijven op het moment dat wij er waren 18 Oerang Oetans.
Na een kleine wandeling door de jungle arriveren we bij de eerste voederplaats. We wachten een tijdje maar zien helaas
niets. Ineens horen we verderop een hoop gebrul. We lopen verder op het geluid af en na een kleine 10 minuten zien we een
hoop geritsel. Na even zoeken zien we vijf Oerang Oetans door de bomen zwieren en klauteren. We lopen nog dichterbij en we
kunnen zelfs bij een tot vijf meter afstand komen. Tot deze ineens op ons af komt lopen we met z'n allen een paar flinke
stappen naar achteren doen. De Oerang Oetan klimt de boom in en na een tijdje zwiert hij over ons hoofd naar een andere
boom.
Vervolgens gaan we weer verder met de bus en stoppen bij een lokale markt bij Serian. Ook hier weer diverse
oerwoudgroenten, vruchten en vis dat door de lokale bevoling wordt aangeboden. Na deze tussenstop rijden we nog twee uur
door naar de Lemanakrivier waar de Ibans op ons staan te wachten.
We varen hier met hun smalle, lange boten naar het longhouse. Na het inrichten van de slaapverblijven hebben we alle tijd
om de verblijven te bekijken.
Na het eten worden we uitgenodigd voor de welkomsceremonie. De 'Tuai Rumah', de hoofdman, heet ons hartelijk welkom waarna
we diverse dansen te zien krijgen. De Ibans die deze dans uitvoeren zijn gekleed in traditionele kledij. Vervolgens wordt
iedereen uitgenodigd om mee te doen. Ook maken we kennis met de 'tuak' (rijstwijn) en whiskey. Ook het drinken van deze
drank wordt niet zomaar gedaan. Na driemaal achter elkaar in koor 'HooHaaaaaa' geroepen hebben nemen we een slok van de
drank. Deze speciale manier van proosten wordt als erg bijzonder ervaren en we nemen dan deze traditie ook mee gedurende
de hele reis.
Na de dans kunnen we bij de bewoners diverse spullen kopen die met de hand zijn gemaakt.
Hierna keren we terug naar het guesthouse en gaan we slapen. Dit gaat niet gemakkelijk al is het maar omdat twee jongens
helemaal in paniek raken omdat er een paar torren in hun slaapverblijf zitten. Ze zijn veel te laat geweest met het naar
beneden halen van hun klamboe, waardoor allerlei insecten de kans hebben gekregen om zich naar binnen te werken. Na een
lange speurtocht zijn de torren eruit ("denk ik..") waarna de paniek weer toeslaat. Ook wordt er een kakkerlak ontdekt en
nu staat een van de jongens in zijn lakenzak in het gangetje. Met de lakenzak over zijn hoofd getrokken moet iedereen erg
hard lachen ("Jullie lachen nu wel, maar ik ben echt bang"). Na een verdere uitgebreide speurtocht met zaklantaarns en een
hoop spullen overhoop te hebben gegooid, lijkt het gevaar te zijn geweken. Een paar slaapvertrekken verderop wordt nog een
spin met een doorsnede van ongeveer 15 cm ontdekt. De klamboes worden goed onder de matrassen gestopt en zo kunnen we
rustig gaan slapen. De temperatuur is hoog, het is klam en we horen de diverse krekels in het oerwoud tekeer gaan.
De volgende ochtend ontbijten we met wit brood, patat, ei, banaan en cake. Een vreemde combinatie, maar erg lekker. Om
09.00 uur krijgen we een demonstratie te zien van een hanengevecht. De hanen krijgen geen mesjes om de poten omdat het
alleen maar een demonstratie is. Al snel blijkt dat een van de hanen sterker is en wordt het gevecht direct gestaakt.
Daarna laat een Iban in traditionele kledij zien hoe er gejaagd wordt met een blaaspijp. Deze blaaspijpen zijn 6 voet lang
en werden vroeger gebruikt voor de jacht, maar nu hebben geweren plaastgemaakt voor de blaaspijpen. Na zijn demonstratie
mogen wij het allemaal ook eens proberen. Helaas blijft het bij een oefening op een zelfgemaakt doel. Na deze demonstraties
is het tijd om te vertrekken naar het andere longhouse.
In de stromende regen met onze poncho's aan varen we vervolgens verder de jungle in. Na een uur varen verandert de kleur
van de rivier in helder water en wordt de rivier ook een stuk smaller. We varen langs muren van planten en bomen en af en
toe moeten we de Iban helpen met het over de rotsen trekken van de longboats. Na een tijd varen stoppen we voor de lunch op
een klein verlaten strandje.
|
|
Het snijden van bamboe |
Het vullen van bamboe |
De Ibans zoeken grote stukken bamboe en verdelen dit in stukken van ongeveer 70 cm. Vervolgens leggen ze de rijst in grote
bladeren en vouwen deze dicht. De bladeren worden in de bamboe gelegd en aangevuld met rivierwater. Er wordt daarna een
stellage gebouwd van hout waaronder een vuur wordt gemaakt (met nat hout). De bamboe wordt er tegenaan gelegd en zo wordt
de rijst gekookt. Op dezelfde wijze wordt de groente en het vlees klaargemaakt.
Na de maaltijd gaan we lopend verder en maken we een tocht van drie kwartier op weg naar het andere longhouse. We gaan door
heuvelachtig gebied en zien vanaf de toppen de damp boven de jungle uitkomen. Het is de eerste tocht door de jungle die
we lopend afleggen en het valt niet altijd mee. De regen is opgehouden en het wordt weer erg benauwd. Na de tocht worden
we vriendelijk ontvangen in het longhouse. Alleen groepen van Sawadee komen hier en het is voor deze mensen het enige
contact met de buitenwereld. 's Avonds worden we officieel welkom geheten door de hoofdman van het longhouse en geven we
diverse cadeaus. De inrichting van dit longhouse is een stuk ouderwetser dan het vorige longhouse en je merkt goed dat men
hier veel minder ingesteld is op toeristen. 's Avonds leren we onder het genot van een glas tuak veel over het leven van
de Ibans. We eten in een grote kring in het woonhuis van de hoofdman en gaan daarna onze slaapplek inrichten.
Rond 04.00 uur de volgende morgen is iedereen wakker. Het longhouse heeft een aantal hanen die prima blijken te werken als
natuurlijke wekker. Verder slapen gaat niet meer; de Ibans worden ook wakker en de honden lopen langs onze slaapplaatsen.
Als ik naar buiten kijk zie ik een hert vlakbij het longhouse. Als ik mijn fototoestel pak om een foto te maken is het
hert verdwenen.
Rond 08.30 krijgen we ontbijt waarna we wandeltocht maken door het jachtgebied van de Iban. We zien weinig dieren omdat de
Iban hier regelmatig doorheen trekt. We steken een paar keer de rivier over en lunchen op een strandje aan de rand van de
rivier. Terwijl de Iban het eten klaarmaakt, gaan we met onze lokale gids al lopend en zwemmend stroomopwaarts. We komen
wat lianen tegen en die blijken sterk genoeg te zijn om in te klimmen en en stukken mee te slingeren over het water heen.
We zien een aantal mooi gekleurde vlinders en op een rotswand zie ik een zwarte hagedis van ongeveer 15 cm wegschieten. Na
een lange tijd lopen en zwemmen gaan we terug voor de lunch. We krijgen nu ook verse bamboe te eten wat vrij bitter smaakt.
We laden na de lunnch de spullen op de boot van de Iban en gaan zelf lopend en zwemmend terug naar het longhouse. De rest
van de middag hebben we rust gehouden aan de rand van de rivier.
We houden nog een kleine wandeling aan de overkant van de rivier en horen al snel een zwaar geluid en zien bladeren
ritselen. We zien een wild zwijn en keren snel weer naar beneden.
De volgende dag keren we terug via het pad dat we ook gelopen hebben op de heenweg naar het longhouse toe. De Ibans van
het eerste longhouse halen ons weer op waar we ook afgezet zijn en we varen nu in een paar uur stroomafwaarts naar het
beginpunt waar we afgezet zijn door de bus.
In de bus krijgen we een gedetailleerde kaart te zien van Sarawak en nu realiseer ik me goed hoe groot Borneo werkelijk is.
Om 16.30 uur arriveren we weer in Kuching; we hebben totaal er 9 uur over gedaan om terug te komen, maar op de kaart lijkt
het helemaal niet zo ver.
Na vier dagen en drie nachten kunnen we onze kleding weer verschonen. Met dit klimaat heeft het ook geen zin om veel kleren
mee te nemen. Je zweet erg veel en af en tijdens een tocht je shirt even door de river halen (eventueel met wat
meegebrachte zeep of shampoo) is genoeg om het weer tijdelijk fris te krijgen. De echte was komt thuis wel weer.
Het is heerlijk om na deze dagen weer te genieten van een goed bed en een warme douche.
Bako National Park (dag 8 en 9) | |
Vandaag om 09.00 uur vertrokken met de bus naar het oudste en kleinste natuurpark van Sarawak: Bako National Park. Dit
park ligt ten noorden van Kuching aan de Zuid Chinese Zee. Na een half uur rijden stappen we over op een aantal boten die
ons in ongeveer 20 minuten naar het park brengen. Voor we overstappen nemen we allemaal afscheid van Jehe, onze lokale
gids, die ons al deze dagen zeer veel informatie heeft gegeven. Bij aankomst lopen we richting de kantine en we zien al
direct veel makaken en eekhoorns. Op de verranda van de kantine merken we goed hoe brutaal deze apen zijn. Ze zitten al
snel om ons heen en in een onoplettend moment grist een aap een blikje drinken van de tafel.
Na het inchecken gaan we naar de houten huisjes aan de rand van de jungle waar we overnachten. Na alles uitgepakt te
hebben, maak ik met twee anderen een tocht door het park van ongeveer 3,5 uur. We klimmen door het dichte woud omhoog naar
de top van een aantal heuvels waar de begroeiing een stuk dunner is dan beneden. We zien tijdens de tocht een aantal
neusapen (komen alleen in Borneo voor) en beneden in het park zien we nog een paar baardzwijnen en een slangetje. In het
mangrovebos is het water verdwenen en zien we allemaal kleine blauw gekleurde krabbetjes over de kleigrond lopen en hoog
in de lucht zweeft een visarend.
's Avonds eten we bij de kantine en aansluitend gaan we naar het bezoekerscentrum om een film te zien over de dieren die
voorkomen in Borneo. We gaan om 22.00 uur slapen en zetten de wekker op 06.00 uur.
Zicht over Bako National Park.
De kans om dieren te zien is het grootst in de ochtend, vandaar dat we er zo vroeg uitgaan. Met al mijn kamergenoten
vertrek ik om 06.30 uur en gaan we via de kuststrook naar een van de stranden van Bako. Bij aankomst zien we een groep
makaken op het strand naar voedsel zoeken. We blijven een half uur hier zitten en keren daarna terug. Op de terugweg zien
we een aantal neusapen door de bomen slingeren. Dit is echt een heel mooi gezicht. Je ziet ze grote sprongen maken van de
ene boomtop naar de andere. Af en toe lijkt het of ze verdwenen zijn en dan ineens springen ze weer verder. We gaan bij
het beginpunt van de route door naar een andere route die ons bij een ander groot verlaten strand brengt. Na ongeveer 1,5
uur staan we op een rotspunt en ongeveer 40 meter beneden ons zien we het strand verscholen tussen de rotsen. We klimmen
naar beneden via een stijl pad en nemen een duik in het warme water van de Zuid Chinese Zee.
Achterin zie ik tussen een aantal houtblokken een varraan wegschieten. Ook komt er een rivier hier uit en we zien hier
allemaal kleine visjes en andere kleine beestjes. Na 1,5 uur keren we terug naar de kantine waar de makaken ons tegemoet
komen. Na de lunch gaan we naar het strand voor de kantine die ongeveer 600 meter lang is. Er is niemand te vinden en we
zwemmen in het heerlijk warme water. Het is erg warm en de zon laat zich ook geregeld zien; het is een van de warmste
dagen die we tot nu toe hebben.
We blijven derest van de middag bij de kantine waar nog genoeg te zien is.
Een parkwachter wijst ons op een gifslangetje die een kikker opvreet. Beetje luguber om te zien maar wel heel bijzonder.
Ook zien we nog een vliegende eekhoorn op een boom en een paar varranen waaronder één grote. Deze werd alleen door een
baardzwijn weggejaagd waardoor het helaas niet mogelijk was om daar een foto van te maken. Ik ben nog heel even naar het
nabijgelegen mangrovebos gelopen in de hoop neusapen te zien en na een klein tijdje wachten zie ik er een paar over de
rotsen via het strand de jungle ingaan.
Het is wel gebleken tijdens alle tochten dat het belangrijk is om zo stil mogelijk door de jungle te lopen en niet te snel
te lopen. Een groepje is vrij snel en redelijk luidruchtig door het park getrokken en heeft niets kunnen zien.
Vlucht naar Miri (dag 10) | |
Rond 08.00 uur ontbeten en om 08.30 naar het grote strand voor de kantine waar een aantal motorboten liggen die ons weer
terugbrengen naar het beginpunt. Als verrassing staat Jehe ons op te wachten die ons met de bus naar het hotel brengt. We
pakken al onze spullen in en gaan rond 16.00 uur met hem naar het vliegveld voor de vlucht naar Miri. We vliegen met een
boeing 737 en zijn even voor 17.00 uur in Miri. Daar slapen we in een eenvoudig hotel. Nadat iedereen zich opgefrist heeft
zoeken we een eettentje op in Miri. Dit wordt het Appolo's Seafood Restaurant voor mij en nog een paar. We krijgen twee
grote vissen op een bord bedekt met een dikke laag knoflook aangevuld met nasi. Het smaakt vreselijk lekker. Ook hier mogen
we de vis zelf uitzoeken die we graag willen hebben. Na het heerlijke eten halen we ons toetje in de vlakbij gelegen
supermarkt die nog open is. Een van mijn reisgenoten is verzot op ijs, dus dat kunnen we niet laten liggen ;-)
Gunung Mulu National Park (dag 11 t/m 16) | |
We hebben vandaag geen tijd om Miri zelf te bekijken. De bedoeling was om vandaag met boten naar het Gunung Mulu Park te
varen. Echter, de waterstand staat te laag waardoor we wederom zijn aangewezen op een binnenlandse vlucht. Wel kunnen we
onze overtollige bagage achterlaten in het hotel. Dit wordt later door een expeditiebedrijfje verzonden naar Limbang waar
we onze expeditie van Mulu beëindigen.
Dit betekent wel dat we voor zes dagen en vijf nachten spullen mee moeten nemen in ons relatief kleine dagrugzakken. Dit
betekent voor mij slechts 1 reserve onderbroek mee, een blouse en nog 1 t-shirt. De rest bestaat uit ander materiaal dat
nodig is voor de trektocht zoals lakenzak, klamboe en zaklantaarn.
We vertrekken rond 09.00 uur vanaf het vliegveld van Miri met ons gecharterde vliegtuig naar Mulu. Het is een douarnier
vliegtuig dat een stuk lager vliegt waardoor we goed uitzicht hebben op de jungle van Borneo. Het is een vreselijk mooie
vlucht en we zien gelukkig vrij veel ook al is er wat bewolking waar te nemen. Vlak voor de landing vliegen we vlak over
de Pinacles die we ook tijdens de trektocht gaan tegenkomen.
Met een busje worden we naar het hoofdkwartier van het park gebracht. Voor we naar onze slaapverblijven gaan, is er nog
tijd om een wandeling te maken in de omgeving. We lopen een stuk de jungle in en zien direct dat het hier er totaal anders
uitziet dan bij Bako. In Mulu bevinden we ons in het primaire regenwoud en we zien nu veel meer woudreuzen en de meest
vreemdsoortige insecten. Ook is de vegetatie een stuk dichter dan bij Bako.
Het regenwoud vanuit het vliegtuig.
Begin van de middag kunnen we naar onze guesthouse. We varen een klein stukje en gaan dan lopend verder, waarbij we tot
bijna onze middel door het water moeten lopen om de slaapverblijven te bereiken omdat de rivier buiten haar oevers is
getreden. Het hele guesthouse is omsloten door water.
Later die middag maken we met een gids een wandeling naar de Lang's Cave en de Deer Cave. Na drie kwartier gelopen te
hebben bereiken we de Lang's Cave, waar we veel druipsteenformaties zien. Daarna gaan we door naar de indrukwekkende Deer
Cave. Deze grot heeft de grootste ingang ter wereld. De ingang is 100 meter hoog en 120 meter breed; de 'zaal' zelf is 174
meter breed en 122 meter hoog.
We lopen de zaal in en de geur van vleermuizenpoep komt ons tegemoet. We zien aan het plafond duizenden vleermuizen hangen,
in totaal zo'n 2 miljoen. Na een kleine twee kilometer de grot ingelopen te hebben bereiken we de achterkant waar de tweede
ingang te vinden is van de grot. Hier zien we de Garden of Eden. Grote rotsformaties met achterin de ingang, afgesloten
met diverse planten en struiken uit de jungle, maken het net of je je in het Paradijs bent.
We verlaten de grot en niet veel later zien we van afstand de duizenden vleermuizen in grote groepen de grot verlaten.
Daarna keren we in rap tempo terug naar het hoofdkwartier om te voorkomen dat we helemaal in het donker door de jungle
moeten teruglopen. Tijdens de terugtocht horen we de meest vreemde geluiden.
De volgende dag merken we goed dat het de hele dag hard geregend heeft, want de waterstand van de rivier is nog hoger.
Omdat we met het vliegtuig zijn gekomen, hebben we flink wat tijd over en daarom houden we een rustdag. Rond 14.00 uur
klaart het weer ook op en besluiten we met een aantal om naar een waterval te gaan. We lopen eerst via een aangelegd pad
door de jungle maar al snel houdt deze op en gaan we via de rivierbedding verder. We lopen tot onze knieën door het water
met onze lokale gids voorop. We komen onderweg een aantal diepe stukken tegen en ook moeten we een paar keer een rivier
oversteken. Met mijn tas hoog boven mijn hoofd moet ik soms tot mijn nek en op mijn tenen door het water heen. Tijdens de
tocht zie ik hoog in de bomen een neushoornvogel wegvliegen; helaas is het niet mogelijk om hem goed te zien. Na een tijd
lopen bereiken we de waterval. Deze bestaat uit twee kleinere en een grote. We zwemmen naar de overkant door de brede snel
stromende rivier en nemen onder een van de watervallen een douche.
We keren via dezelfde weg terug en horen meerdere keren het geluid van neushoornvogels en zien een klein slangetje op het
pad liggen.
We vertrekken de dag erna met twee boten stroomopwaarts en we maken een stop bij de Penan. Dit semi-nomadenvolk heeft
diepgewortelde tradities en niemand kent de jungle beter dan zij. Een klein gedeelte leeft nog steeds op nomadische wijze
in het regenwoud, maar door de houtkap worden zijn meer en meer gedwongen in longhouses te leven, vanwaar zij de jungle
intrekken.
Vervolgens houden we een stop bij de Windcave waar weer diverse druipsteenformaties te zien zijn en de wind via diverse
gaten te voelen is. Daarna lopen we door naar de Clearwatercave waar we de langste ondergrondse rivier van Zuid Oost Azië
zien stromen. Deze redelijk brede rivier is 107 kilomter lang. We lunchen bij de ingang van deze grot en zetten vervolgens
koers richting 'Camp 5'. Na een tijdje varen worden we gedropt en vervolgen we onze weg via een pad door de jungle. Na een
paar kilometer bereiken we een rivier waar we overheen moeten. Door de hoge waterstand waren een aantal Engelsen, die ook
in ons eerste basiskamp verbleven, genoodzaakt terug te keren naar het guesthouse. Ze waren om 08.30 vertrokken vanaf het
guesthouse en waren rond 21.00 uur weer terug. Wij hebben het geluk om na wat verkenningswerk over omgevallen bomen en
struiken een weg te vinden naar het pad dat aan de overkant verder gaat. Na in totaal 8 kilometer lopen bereiken we onze
overnachtingsplek 'Camp 5'.
Bij aankomst nemen we eerst een duik in de ijskoude rivier. Mijn shirt is doorweekt van het zweet dus die neem ik gelijk
mee om uit te spoelen. We komen hier lekker bij van de tocht waarna het tijd is om onze slaapplaats in te richten. We
slapen in open ruimtes die gescheiden worden door diverse schotten. We hangen onze klamboe op aan een aantal balken aan
het plafond en slapen op de houtenvloer. Een aantal slapen op een matrasje maar ik slaap met nog iemand gewoon op de vloer
zelf. Omdat iedereen zo vroeg wakker is iedere dag en de tochten best vermoeiend zijn gaat iedereen steeds vroeger naar
bed. Omdat de aggregaat het al vrij snel begeven heeft, besluiten de eersten al om 19.30 uur naar bed te gaan, de anderen
volgen rond 21.00 uur.
De volgende dag ook vroeg wakker en vreselijk slecht geslapen. Het blijkt dat de klamboe goed gewerkt heeft tegen alle
vliegende beesten, maar alle insecten die op de grond kruipen konden makkelijk onder de klamboe doorkomen. Ik heb mij zo
diep mogelijk in mijn lakenzak gehezen met mijn hoofd zoveel mogelijk bedekt. Onze reisleider was vreselijk moe en had
verzuimd zijn klamboe op te hangen met het gevolg dat hij is gestoken door een grote kever. Deze heeft een soort zuur in
zijn kin gespoten. Hij dacht aan een schorpioen, maar de lokale gids zei dat het een kever geweest moest zijn. De dag erna
was een grote brandblaar te zien op zijn kin. Gelukkig heb ik in het slaapverblijf niet de mieren gezien die wel in het
toiletgedeelte te zien waren: deze waren ongeveer 4 centimeter groot en een paar mieren kreeg het zelfs voor elkaar om een
paar grote bijen te grijpen.
Deze dag maken een aantal van ons een beklimming naar de Pinacles. Ik ben hier niet aan begonnen door de vele blaren die
ik op mijn hiel heb. Met een aantal anderen die niet naar boven gaan maken we een kleine wandeling in de omgeving van het
kamp. We merken nu goed hoeveel bijen hier zijn. Honderden bijen zwermen rond 'Camp 5' en het wordt soms te hinderlijk
waardoor een aantal serieus overwegen om onder hun klamboe te kruipen. Schoenen en andere kledingstukken die nat zijn of
naar zweet ruiken worden zoveel mogelijk ver weg gezet om de bijen buiten de deur te houden. Halverwege de middag wordt het
zo erg dat de gidsen een vuur maken met speciaal hout dat de bijen op grote afstand houden.
De pinnacles.
De volgende dag is iedereen weer vroeg wakker en breken we rond 06.00 uur onze slaapplaats op. Ondanks de mooie omgeving is
iedereen toch wel blij dat we 'Camp 5' gaan verlaten door de grote hoeveelheid insecten en bijen. We beginnen aan de 11,3
km lange Headhunterstrail door primair regenwoud. Deze Headhunterstrail werd vroeger door de Iban gebruikt om koppen te
snellen in Limbang. De boten werden over dit pad meegenomen naar de rivier.
Na drie uur en een kwartier bereiken we de rivier en rusten uit van de tocht bij een hut aan de rand van de rivier. We
wachten hier op de anderen en na een half uur komen weer een aantal longboats om ons op te halen. We lunchen onderweg en
varen in ongeveer twee uur door naar het longhouse van deze Iban, gelegen aan de Medalamrivier. We worden tijdens de tocht
overvallen door een tropische regenbui. We zien bijna niets meer zoveel regen valt er naar beneden. Mijn poncho is
helemaal gescheurd en probeer er alles aan te doen om in ieder geval mijn fototoestel droog te houden.
Alles is klam als we aankomen in het longhouse. We kunnen hier een beetje opwarmen maar niets wil goed drogen door de
vochtigheid. De meesten fantaseren steeds meer over ijs, en warme croissantjes bij het ontbijt. Iedereen voelt zich smerig
en het verlangen naar een warme douche en goed bed wordt steeds groter. Toch blijft iedereen er vrolijk onder door alle
opmerkingen die er over gemaakt worden.
De volgende ochtend om 08.30 uur vertrekken we met de longboats naar het plaatsje Limbang, gelegen bij de grens van Brunei.
De boten varen tot het plaatsje Medamit waar we overstappen op 4x4 wagens die ons naar Limbang zelf brengen. Een groot
deel van de weg is niet geasfalteerd en al hobbelend beginnen we aan de rit. In Limbang arriveren we bij een luxe hotel
waar we kunnen bijkomen van de trektocht. Onze bagage die we in Miri hebben achgtergelaten is nog niet gearriveerd, dus
besluiten we om eerst maar even een hapje te gaan eten. Rond 16.00 uur is alle bagage binnen en kunnen we ons lekker
douchen. Tevens doe ik met mijn kamergenoot een was. We hangen tussen een aantal stoelen een waslijn op en hangen alles in
de hotelkamer te drogen.
's Avonds neemt Markus, onze lokale gids, ons mee naar een restaurantje aan de rand van de rivier waar we met z'n allen
gaan eten. Het liefst had hij ons nog mee willen nemen voor het nachtleven in Limbang, maar iedereen is zo moe dat we
teruggaan naar het hotel. We drinken nog wat en gaan dan naar bed.
Kota Kinabalu (dag 17 en 18) | |
Om 07.00 uur ontbijt in het hotel, waarna we rond 08.30 uur de express boot nemen richting Kota Kinabalu. Als iedereen aan
het ontbijt zit horen we om 07.20 uur dat de boot van 08.30 uur is uitgevallen en dat we de boot van 07.30 uur moeten
hebben. Iedereen laat zijn ontbijt direct voor wat het is en we sprinten naar de haven waar we nog net mee kunnen met de
boot.
We zitten met een aantal op het voordek en varen in volle vaart naar Labuan. Daar arriveren we rond 10.00 uur en maken we
een overstap naar de express boot die in een keer doorvaart naar Kota Kinabalu via de terretoriale wateren van Brunei via
de Zuid Chinese Zee.
Ook op deze boot kunnen we op dek zitten en genieten van het uitzicht. Het weer is goed en na ongeveer 2,5 uur varen
arriveren we in Kota Kinabalu.
Na een kleine wandeling door dit stadje merken we direct dat de sfeer heel anders is dan bijvoorbeeld in Kuching. Vooral
de mensen die werken bij de toeristische eettentjes proberen je naar binnen te krijgen en ook op straat proberen mensen je
van alles aan te smeren. Bij de haven proberen ook diverse mensen je te strikken voor een tocht met een klein bootje naar
een van de eilandjes voor de kust.
We gaan naar een Internetcafe en zoeken contact met het thuisfront en zoeken wat nieuws op over de bombardementen op
Afghanistan die deze morgen zijn begonnen. Ik zelf merk dat er ook heel anders naar me gekeken wordt. Mijn marinekisten
vallen erg op en ook derest van mijn jungleoutfit zorgt ervoor dat men denkt dat ik een Amerikaanse marinier ben. Door
mijn broek weer goed over mijn kisten heen te trekken en een ander shirt aan te trekken nemen de vreemde blikken sterk af
gelukkig. Zowel hier in Kota Kinabalu als in Limbang merken dat er veel meer moslims zijn.
's Avonds gaan we met een groot deel van de groep uit eten vlakbij het hotel. Na afloop nemen we ook afscheid van Peter en
Tim die eerder naar huis gaan. Ze hebben een landarrangement geboekt en hebben het bekeken. Ze geven nog een rondje weg
waarna we terugkeren naar het hotel.
De dag erna hebben we een rustdag in Kota Kinabalu. We bezoeken het Sabah Museum die ongeveer dezelfde opzet heeft als het
Sarawak Museum. Verder gaan we naar een aantal grote winkelcomplexen in de stad. 's Avonds drinken we na het eten met een
groepje nog wat in BB Cafe vlakbij het hotel. Daarna keren we terug naar het hotel om onze bagage in te pakken voor de
tocht naar Kinabalu Nature Resorts.
Gunung Kinabalu National Park (dag 19 en 20) | |
Vandaag nemen we wegens familieomstandigheden afscheid van Michiel en Karin. Zij zullen proberen vandaag nog met het
vliegtuig naar Amsterdam te reizen.
Met nog 14 personen vertrekken we richtnig Kinabalu Nature Resorts. We reizen met een kleine stadsbus en na een tijdje op
de 'snelweg' te hebben gereden krijgen we een klapband. De chauffeur en bijrijder zetten de reserveband eronder en we
vervolgen onze weg. In ongeveer drie uur slingeren we langzaam omhoog naar het eindpunt. We stoppen nog een keer onderweg
en zien de Mt. Kinabalu al liggen. Dit is de hoogste berg van Zuid Oost Azië. Eenmaal aangekomen in het park kunnen we
meteen door naar de lodges. We maken een kleine tocht door het park en merken dat het klimaat heel anders is dan beneden.
We zitten hier op 1800 meter en het klimaat komt erg overeen met het Nederlandse klimaat.
De volgende ochtend willen een aantal de Mt. Kinabalu gaan beklimmen maar we zitten nu helemaal in de wolken waardoor het
niet mogelijk wordt om aan deze tocht te beginnen. Het is spekglad en te gevaarlijk om er aan te beginnen. Rond 10.00 uur
lijkt het wat op te klaren en besluiten de twee betere klimmers van onze groep alsnog aan de klim te beginnen. Derest maakt
diverse wandelingen in het park. Ik maak een tocht van ruim 10 kilometer waarbij we dicht bij de voet van de Mt. Kinabalu
komen. Het pad wordt bij een van de routes erg smal en diverse kleine watervalletjes hebben stukken van het pad
weggeslagen. We komen zelfs op een stuk van maar 30 centimeter breed met naast ons een stijle rotswand met aan de andere
kant een zeer diep gat loodrecht naar beneden. Helaas kunnen we weinig zien door de wolken maar beneden horen we een grote
rivier of waterval bulderen.
De vegetatie is hier weer heel anders dan in Mulu. De bomen zijn een stuk lager en het is minder dicht begroeid maar ook
hier is het weer vreselijk bijzonder wat we zien. Wat opvalt is dat hier veel meer bloemen te vinden zijn dan bijvoorbeeld
in Bako en Mulu.
Mount Kinabalu.
Poring Hot Springs (dag 21) | |
Na het ontbijt pakken we onze spullen in en verlaten we rond 10.30 uur de slaapverblijven. We wachten op Ronald en Ron die
om 03.00 uur vanmorgen vetrokken zijn naar de top vanaf het tussenpunt op de berg waar ze geslapen hebben. Ze arriveren
rond 11.30 uur en om 12.00 uur reizen we met de bus door naar Poring waar de Hot Springs te vinden zijn. We dalen flink
naar beneden en we merken dat de temperatuur ook meteen flink stijgt.
We slapen in ruime chalets op het park en gaan direct een kijkje nemen bij de heetwaterbaden. Deze baden bestaan uit zeer
grote betegelde bakken waar je met een kraan warm water in kan laten lopen. Tevens is er een ruim bad aanwezig met koel
water. Bovenin is een heel ondiep bad met zeer heet water waar een aantal mensen zelfs een eitje in proberen te koken.
Na een bad genomen te hebben eten we wat in het nabij gelegen restaurant. Vervolgens gaan we naar een 150 meter lange
hangbrug die langs de toppen van de bomen gaat op ongeveer 40 meter.
Na de tocht relaxen we wat in het chalet en gaan we 's avonds weer eten in het restaurant. We zien hier ook nog een zeer
groot vliegend hert.
Manukan Island (dag 22) | |
's Morgens om 07.00 uur ontbijt waarna we met de bus terug gaan naar Kota Kinabalu. In ongeveer drie uur slingeren we ons
een weg naar beneden. Aangekomen in Kota Kinabalu rijden we naar de haven waar we met kleine bootjes naar Manukan Island
varen vlak voor de kust. Hier verblijven we in ruime chalets met uitzicht op zee.
We gaan na de lunch vrijwel direct naar het strand om tussen al het koraal te zwemmen. We zien heel veel gekleurde vissen
en een sommige vissen komen zo dichtbij dat je ze bijna kunt aanraken. Kleinere visjes pikken aan je benen en de grotere
vissen zwemmen op de bodem voor je weg. Het koraal ziet er niet uit zoals je wel eens ziet bij een natuurprogramma. Dit
koraal is minder gekleurd en ligt als een 'tapijt' over de bodem. Toch is het erg mooi om hier zo overheen te zwemmen met
alle vissen om je heen.
's Avonds eten we met de hele groep in het restaurant ons laatste avondmaal en bedanken we onze reisleider Miquel voor
alles. We wisselen onze mooiste en minder mooie ervaringen uit van de reis en gaan na een paar drankjes richting de
chalets.
Vlucht Kota Kinabalu - Amsterdam (dag 23 t/m 24) | |
We hebben besloten om met een aantal vroeg te gaan zwemmen omdat we ons begin van de middag klaar moeten maken voor vertrek
naar Kota Kinabalu. We zwemmen weer tussen alle vissen en het koraal en luieren nog wat op het strand. Op een gegeven
moment horen we geroep om hulp en zien we een van onze reisgenoten redelijk ver in het water. We denken allemaal dat het
een geintje is en dat er een paar vissen aan haar benen loopt te pikken. Maar als snel volgt de tweede kreet om hulp en
blijkt het menes te zijn. Ik spring te water en haal haar naar de kant. Ze kreeg geen lucht meer en was erg vermoeid. Van
de schrik bekomen gaan we rond 11.30 uur onze spullen inpakken.
In de middag varen we met de bootjes terug naar Kota Kinabalu en reizen met de bus door naar het vliegveld. We zetten Anja
en Jos af bij een hotel die nog een paar dagen langer blijven. Rond 17.00 uur gaan we door de douane en reizen zonder
problemen door naar Amsterdam waar we de volgende dag om 06.30 uur plaatselijke tijd arriveren.
De komende dagen even bijkomen van alle indrukken, mijn jetlag en de fantastische reis.
Het reisverslag en eventuele foto's op deze pagina zijn met uitdrukkelijke toestemming van de auteur(-s) overgenomen.
Bron: www.maleisie-borneo.cjb.net/
Met dank aan Olaf.
In deze categorie:
•
2013 Ton en Ria in Maleisië (deel 1)
•
2013 Ton en Ria in Maleisië (deel 2)
•
Een verslag gevormd door 11 e-mails
•
17 dagen fly-drive door Maleisië
•
17 dagen Kuala Lumpur, Penang en Langkawi
•
Duiken op Pulau Payar met Esther en Arno
•
Jenny in Maleisië
•
John en Pasca in Maleisië (deel 1)
•
John en Pasca in Maleisië (deel 2) Sabah
•
Kuala Lumpur, Penang en Langkawi
•
Linda en Ward + vrienden
•
Merdeka Dag in Kuala Lumpur
•
Pam en Ries op wereldreis (14 delen)
•
Reisverslag van Peter Harsma
•
De Maleisië vakantie van Wil en Hanneke (1) West Maleisië
•
De Maleisië vakantie van Wil en Hanneke (2) Sabah en Sarawak
•
Reisverslag van de Twee Reizigers