Gebouwen / Varia

De Christ Church staat er nog steeds hetzelfde bij sinds 1741. Het werd gebouwd in 1753 om 100 jaar Nederlandse heerschappij te vieren, het duurde 12 jaar voordat het bouwwerk af was. Binnen in de kerk vind men nog een enkele Nederlandse grafsteen. Meer opmerkelijk zijn de meer dan 200 jaar oude banken die met de hand gemaakt zijn. Indrukwekkend zijn de balken tegen het plafond die ieder uit 1 boom, zonder verbindingen, zijn gemaakt. De bijbel dateert uit 1773. Verder vind men er nog grafstenen met Armeens schrift en glazen tegels die Het Laatste Avondmaal afbeelden.

Het Stadthuys (1650) wordt vaak als het oudste Nederlandse gebouw in de Oost vermeld. Een kleine onjuistheid want de magazijnen, die zich links van het Stadthuys bevinden, werden iets eerder gebouwd. Op deze plek zette Jan Pieter's Zoon Coen in de 17e eeuw met de VOC de eerste Nederlandse voet op Maleisische bodem.

Op deze begraafplaats kan men, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, 5 Nederlandse graven terugvinden. De resterende 33 graven zijn van Engelse oorsprong. De teksten op de stenen zijn met veel moeite te lezen. Ondanks het feit dat de begraafplaats is opgenomen als nationaal monument wordt het redelijk verwaarloost, het onderhoud beperkt zich tot het grasmaaien.

Deze 'Our Lady Of The Hill'-kapel werd gebouwd door de Portugese kapitein Duarte Coelho. St. Francis Xavier was er voor korte tijd begraven in 1553 waarna hij naar Goa in India verhuist werd. De Nederlanders veranderden deze kapel in een begraafplaats voor hun vooraanstaande doden en hernoemden het 'St. Paul's Church'. De vele Nederlandse grafzerken staan tegenwoordig opgesteld tegen de muren van de voormalige kapel. Ook het open graf van St. Francis Xavier kan men er bekijken.

De St. Peter's kerk is de oudste operationele Katholieke kerk in Maleisië. Het gebouw werd gebouwd tijdens de Nederlandse periode in 1710, op land dat ter beschikking gesteld werd door de Nederlander Maryber Franz Amboer. Destijds lag het gebied buiten het centrum van Melaka. Het is de enigste kerk in Maleisië met een levensgroot beeld van Jezus voor de wederopstand. Het oudste voorwerp in de kerk is de klok, gemaakt in Goa in 1608. Deze klok werd gered uit de restanten van een eerdere kerk in Goa die door de Nederlanders in was brand gestoken in 1641. De kerk mag dan wel niet door de Nederlanders zijn gebouwd, maar aan de schenking van het land en de klok kunnen we afleiden dat het in ieder geval hun ruime steun genoot.

Jonker Street, tegenwoordig Jalan Hang Jebat, was ooit een rijke handelaarsstraat en heeft nog menig origineel Britse en Nederlandse huizen die tegenwoordig als handelspand worden uitgebaat door de hoofdzakelijk de Chinezen. Jonker Street is bekend om zijn vele antiekzaken. Het vermelden waard is ook het voormalige belastingkantoor (boomkantoor, havengelden) op huisnummer 20, dat het jaartal 1673 op de voorgevel vermeld. Het is een van de oudste gebouwen in Melaka en wordt momenteel gerestaureerd.

De Heerenstraat, tegenwoordig Jalan Tun Tan Cheng Lock genaamd, is een van de oudste straten van Melaka en is ook vandaag nog bekend als Holland Street bij de Chinezen. men vind er prachtige voorbeelden van Nederlandse koloniale huizen, onder andere op huisnummer 101.
Op 117 vind men het Chee Ancestral House, dit herenhuis met gouden koepel was oorspronkelijk een Nederlands gebouw. Het werd verkocht aan de Chee familie, een van de rijkste families van Malacca, die hun fortuin hadden verdiend aan de meer dan succesvolle oogsten van rubber en tapioca.

In First Cross Street, huisnummers 40, 42 en 44, was de scheepstimmerwerf gevestigd. Het gebouw heeft grote houten deuren en prachtige granieten trappen die naar de Malacca rivier leiden.

Hier vermelden we de huisnummers 44, 220 en 290. Verdere gegevens over deze gebouwen zijn ons voorlopig niet bekend.

The Sultans Well (de sultans bron) is ook gekend als Perigi Raja en maakt vrijwel deel uit van de Poh San Teng tempel. Het werd gebouwd tijdens de heerschappij van Sultan Mansur Shah (1457-?) voor zijn echtgenote Hang Li Poh, van wie men gelooft dat ze een Chinese prinses was, hoewel dat nooit bewezen werd.

Volgens de overlevering heeft de bron nooit droog gestaan, ook niet ten tijde van grote droogte. Tijdens de Portugese heerschappij was het de hoofdbron voor drinkwater in Melaka. Tijdens een opstand in 1551 vergiftigden de strijdkrachten van Johor het water, meer dan 200 Portugezen vonden hier de dood. In 1629 werd het water opnieuw vergiftigd, maar na een tijdje werd het weer drinkbaar.

Tijdens de Nederlandse periode werd dit gebied verboden terrein voor velen. Omstreeks 1677 werd er een buitenwacht opgericht, de huidige muren rond de bron werden opgetrokken om te vermijden dat de bron opnieuw door de vijand vergiftigd zou worden. De vierkante gaten zijn de schietgaten, de ronde gaten werden gebruikt om het water door te geven.
Hier kwamen later ook de buitenhuizen van hogere compagniesdienaren te staan.

Fort Cornwallis in Georgetown, genaamd naar de toenmalige gouverneur-generaal van India, werd door de Engelsen gebouwd en staat aan de huidige Kedah Pier. Fort Cornwallis werd tussen 1804 en 1810 herbouwd ter vervanging van een eerder fort dat uit houten palissades bestond. De muren rondom staan er nog, alsook een reeks kanonnen.

We zoeken echter naar de Seri Rambai, het opvallend kanon werd in Holland gegoten en draagt het VOC embleem. Het is echter geen kanon zoals alle andere en heeft een merkwaardige geschiedenis. De Britse kapitein Francis Light kwam op deze plaats aan land, vulde het kanon met zilveren munten en vuurde het af in de naburige jungle. Men zegt dat het hem met deze volle lading loonvoorschot lukte om een begin te maken met de bouw van de vesting. De Sepoys (Indische gevangenen) rooiden op zoek naar het zilver met stukjes en beetjes het hele oerwoud. Afgezien van een onmiskenbare militaire functie bezit het kanon volgens bijgeloof ook geneeskracht: op het platform liggen vaak bloemen en wierookstokjes die kinderloze Chinese vrouwen vol goede hoop offeren aan het machtige wapen. In het fort bevinden zich ook enkele bunkers

Het kanon werd oorspronkelijk door de Nederlanders aan de sultan van Johor geschonken. Hoe de Engelsen in het bezit waren gekomen van dit kanon is onduidelijk.