Singapore: Economisch wonder
Toen singapore in 1965 uit de federatie met Maleisië werd gezet, was het nodig om razendsnel de economische politiek te
wijzigen. Tot dan toe had men zich gericht op industrialisering op het gebied van goederen die van oudsher werden ingevoerd
in de Maleisische federatie. Het was de bedoeling geweest om met kapitaal uit de regio de import te verminderen. Singapore
zou het industriële centrum worden en Maleisië het agrarische achterland. Die droom verdween in 1965.
Tussen 1965 en 1978 koos men voor een ander type industrialisatie. Men streefde naar een exportgerichte industrie, die werd
opgezet met behulp van buitenlands kapitaal en multinationale ondernemingen. Van groot belang werd de 'off shore'.
De overheid nam maatregelen die Singapore voor buitenlandse investeerders aantrekkelijk zou maken. De bevolking stond
garant voor goedkope arbeidskrachten voor banen die weinig scholing vereisten. Er werd een beleid van lage lonen en een
soepele ontslagprocedure gevoerd. Ook werd het stakingsrecht enorm ingeperkt. Dit werd een groot succes. De groei van de
economie werd 10% per jaar. Een belangrijke bijdrage tot deze groei werd geleverd door de raffinaderijen, de
textielindustrie en de elektrotechnische industrie.
De overheid volgde de ontwikkelingen nauwgezet en vond in 1978 de tijd rijp voor een nieuwe strategie. De industrie werd nu
ook gericht op hoogwaardiger producten waarvoor de geschooldheid van de arbeiders moest toenemen. Ook de investeringen
namen sterk toe.
Vanaf 1986 geldt de strategie van het 'Total Business Centre'. Naast de industrie kreeg Singapore nu ook een belangrijke
positie in de internationale dienstverlening. Grote banken zetten hier een regionaal hoofdkwartier op. Vanuit Singapore
ontstond nu ook een geldstroom naar het buitenland waar renderende ondernemingen werden opgezet of overgenomen.
De rol van de overheid in de economische ontwikkeling is zeer groot geweest. Er werd al gewezen op de maatregelen die men
nam om buitenlands kapitaal te lokken. In feite kwam het beleid erop neer dat men een vrij bedrijfsleven wilde met een zeer
gestuurde arbeidspolitiek. Dit kon alleen worden bereikt door de bevolking stevig in de greep te houden. Singapore moest
een westers gerichte modelstad worden. Er ontstond een hypermodern centrum waar de oude bebouwing voortdurend moest wijken
voor nieuwe wolkenkrabbers. Buiten het centrum verrees de kenmerkende hoogbouw van de 'Housing and Development Board'
waarin de arbeiders werden gehuisvest. Negentig procent van de bevolking woont inmiddels in deze flats.
Een resultaat voor de 3,7 miljoen inwoners is dat het inkomen per hoofd van de bevolking tussen 1970 en 1990 is gestegen
van 2.400 Singapore dollars tot 18.500. Daarmee bezet Singapore in Azië de derde plaats. Alleen Japan en Brunei gaan de
inwoners van de eilandstaat voor. Ook het pakket sociale voorzieningen is bepaald indrukwekkend te noemen.
In deze categorie:
•
Eerste indrukken
•
Geschiedenis
•
Het Engelse Singapore
•
Chinatown en omgeving
•
Orchard Road en omgeving
•
Karakteristieke wijken
•
Buiten het centrum
•
Eilanden in de buurt
Aanverwante pagina's:
•
Singapore, stopover tips
•
3 Tips voor casinobezoek in Singapore
•
Wat te doen in Singapore