Penang
•
Penang
•
Georgetown
•
Fort Cornwallis
•
Penang Museum en galerie
•
Het huis van Cheong Fatt Tze
•
De tempels van Georgetown
•
Khoo Kongsi
•
Pinang Hill
•
Kek Lok Si-tempel
•
De Thaise tempel Wat Chayamangkalaram
•
De Slangentempel
•
De stranden van Penang
Penang | |
Penang, beter bekent als 'de parel van het Oosten', ligt voor de noordwestkust van het Maleisische Schiereiland.
Oorspronkelijk was het gekoloniseerd door Ragam, een handelaar uit Sumatra. Hij noemde het eiland 'Pulau Berstau'. Naar
verluidt is het huidige vliegveld op Penang, Bayan Lepas ('vrije parkiet'), gebouwd op de plek waar Ragam eens een aantal
parkieten vrijliet. Later werd het eiland ontdekt door de Portugezen, die op zoek waren naar nieuwe kolonies en specerijen.
Zij noemden het 'Pulo Pinaom', naar de betelnootpalm (pinang in het Maleis) die hier veel voorkwam.
In 1771 zeilde kapitein Francis Light van de Britse Oost-Indische Compagnie naar Sumatra en het Maleisische schiereiland om
een locatie voor een handelspost te zoeken. Na onderhandelingen met de sultan van Kedah stichtte de Compagnie in 1786 een
basis op het eiland. Meteen hees Francis Light de Britse vlag in naam van Koning George III en vernoemde het eiland naar de
prins van Wales. Omdat Light hiermee was vooruitgelopen op een formeel verdrag, was de sultan woedend en trachtte hij de
Engelsen te verdrijven. Zijn leger was echter geen partij voor de troepen van kapitein Light. De sultan trok zich terug en
tekende in 1791 een verdrag met de Britten. Als genoegdoening voor de bezetting van het eiland betaalden de Engelsen hem
een jaarlijks bedrag. De provinciale overheid van Penang houdt zich nog steeds aan die belofte, en dus krijgt de sultan van
Kedah elk jaar een bedrag van RM 10.000.
Toen de Engelsen het eiland bezetten, woonden er ongeveer duizend mensen, voornamelijk Maleise vissers. Naar verluidt
schoot Francis Light met een kanon Spaanse zilveren dollars het kreupelhout in om de mannen op die manier aan te zetten een
pad te banen door het oerwoud. Al snel waren de bomen omgehakt en liepen er paden door het woud; ook werden er hutten met
houten omheining opgetrokken. Light riep het eiland uit tot een vrijhaven en stimuleerde de handel bovendien door land
beschikbaar te stellen. Immigranten (vooral Chinezen) stroomden in groten getale toe om zich op het eiland te vestigen en
Penang werd steeds welvarender, mede dank zij de natuurlijke haven, waar elk jaar meer schepen aanlegden. Het was zelfs voor
korte tijd de hoofdstad van de Britse kolonies aan de Straat Malakka (de Straights Settlements): Malakka, Singapore en
Penang zelf. Later werd Penang overvleugeld door Singapore. Dit ging echter niet ten koste van de welvaart: halverwege de
19de eeuw waren er tinvooraden ontdekt op het vasteland in de buurt van het eiland en begin 20ste eeuw werden grote bedragen
verdiend met de rubberindustrie. Enkele van de prachtige huizen uit die tijden, zijn nog steeds te zien.
In 1800 was een gebied op het vasteland, de provincie Wellesley, aan Penang toegevoegd. Dit is nu door een brug met het
eiland verbonden. Toen Maleisië op 31 augustus 1957 onafhankelijk werd, werd Penang een van de staten van de Federatie
Maleisië.
Georgetown | |
De veelbewogen geschiedenis van Penang wordt vandaag de dag weerspiegeld in de verscheidenheid aan culturen en tradities,
de nauwe straatjes met hun oude koopmanshuizen, de grote villa's die vooral te vinden zijn langs de Jalan Sultan Ahmed Shah
('Miljonairsstraat') en de mooie koloniale gebouwen van Georgetown, de hoofdstad. De oude stad is een doolhof van nauwe
straatjes, dat u gemakkelijk te voet kunt verkennen. In veel straten zijn de smalle trottoirs langs de winkels overdekt om
de voetgangers te beschermen tegen de felle zon en de regen.
Fort Cornwallis | |
Het fort, dat werd gebouwd op de plek waar Francis Light voor het eerst voet aan wal zette op Penang (1786), bestaat nog
steeds, compleet met zijn kanonnen. Oorspronkelijk was het van hout, maar in 1804-1805 werd het vervangen door een stenen
gebouw, dat door dwangarbeiders werd opgetrokken. De binnenplaats van het fort is nu een park waar concerten en andere
voorstellingen worden gegeven. Vlak bij de souvenirwinkels staat het model van een traditioneel Maleis huis. U moet uw
schoenen uittrekken als u naar binnen wil.
Penang museum en galerie | |
Het museum staat op loopafstand van het fort aan Lebuh Farquhar en is gewijd aan de geschiedenis van Penang en de
Pernakan-erfenis. Vóór het museum staat een standbeeld van Francis Light, dat werd gemaakt aan de hand van een portret van
zijn zoon William, de stichter van Adelaide in Zuid-Australië; men had van de man zelf namelijk geen portret voorhanden.
Het museum is dagelijks geopend van 9.00 tot 17.00 uur, behalve op vrijdag; dan is het tussen 12.15 en 14.45 gesloten voor
het islamitische vrijdaggebed. Hier vlakbij staat de anglicaanse St. Georgekerk, een elegant voorbeeld van Georgian
architectuur. Hij is in 1818 gebouwd. Op het kerkhof ziet u het eenvoudige graf van Francis Light, die in 1794 overleed aan
de gevolgen van malaria.
Het huis van Cheong Fatt Tze | |
Dit schitterende huis aan Lebuh Leith werd omstreeks 1880 gebouwd. Vermoedelijk staan er maar drie van dergelijke
bouwwerken buiten China, en dit is er één van. De prachtig versierde officiële ontvangstruimten, slaapkamers en bibliotheken
zijn met elkaar verbonden door een doolhof van tuintjes en binnenplaatsjes met ronde keien. De reusachtige wenteltrap, de
brandglazen ramen, het traliewerk, de krulversieringen, de tapijten en de kelder met beelden, porselein, houtsnijwerk,
lakwerk, bronzen voorwerpen en meubelen maken het geheel nog bekoorlijker.
De tempels van Georgetown | |
Aan het aantal godshuizen is te zien dat er in Penang verschillende religies worden beleden. De Kapitan Kling-moskee, die
in de straat met dezelfde naam staat, werd begin 19de eeuw gebouwd door moslims uit het zuiden van India. Aan dezelfde weg
staat de tempel van de godin van de barmhartigheid, gebouwd in 1800. Niet veel verder vindt u de Indiase tempel Sri
Mariamman, die werd opgetrokken in 1883 en overvloedig is versierd met beelden uit het hindoe-pantheon. Het standbeeld van
Subramaniam, dat wordt gebruikt bij de optocht naar de tempel van de waterval tijdens Thaipusam, is rijk versierd met
juwelen.
Khoo Kongsi | |
De Khoo-clan was oorspronkelijk afkomstig uit de provincie Hokkien in China. Hun schitterende clanhuis aan Cannon Square is
rijk versierd, vooral het dak, waar blauwe draken door mythologische figuren, bloemen en vogels zijn gestrengeld. De
binnenwanden, pilaren, en vensters zijn op bijzondere wijze versierd met houtsnijwerk van figuren uit Vhinese legenden,
waaronder een reeks over de liefde en het respect van kinderen voor hun ouders - een belangrijk aspect in de Chinese
maatschappij. Aan de overzijde van het plein staat de Chinese opera. In het kantoor van de Khoo-clan, rechts van de tempel,
kunt u toestemming krijgen om de tempel te bezoeken. Hij is van maandag tot en met vrijdag geopend van 9.00 tot 17.00 en op
zaterdag van 9.00 tot 13.00 uur.
Het doel van een clanhuis is te waken over het welzijn van de leden van de clan, pas in het land aangekomen leden te helpen
en de graven van de voorouders van de clan te beschermen. In 1894 bouwde de rijke Khoo-clan een nieuwe tempel op de plaats
van een gebouw uit 1850. De tempel was gewijd aan hun schutspatroon Tua Sai Yeah, een generaal van de Chin-dynastie uit de
3de eeuw v.C. De bouw was een ambitieus project; de tempel leek op een groot Chinees paleis en het duurde acht jaar voor hij
was voltooid. Vlak na de inwijding brandde hij op mysterieuze wijze af. Men zij dat het gebouw te overdadig was en geloofde
dat de goden beledigd waren door de extravagante luxe. De tempel werd herbouwd, nu iets eenvoudiger, maar wel met
gebruikmaking van de mooiste materialen, die zeer nauwgezet werden verwerkt door vakkundige handwerklieden uit China.
Pinang Hill | |
Als u over de kabeltrein van het Ayer Hitam-station naar de 830 meter hoge Penang-heuvel neemt, kunt u genieten van een
spectaculair uitzicht over Penang. Het leuke tochtje duurt 30 minuten en u moet halverwege overstappen. Onderweg ziet u
orchideeën, bekerplanten, doerianbomen en andere tropische begroeiing langs de spoorlijn; het geheel wordt nog levendiger
door de overal opduikende makaken die naast het spoor zitten of rondslingeren in de bomen. Hoger op de heuvel staan grote
huizen met rode dakpannen. Aan het eind van de reis komt u bij een kraampje waar hapjes en drankjes te koop zijn. U hebt er
een prachtig uitzicht over Georgetown; de daken met rode dakpannen van de koopmanshuizen doen denken aan een lappendeken.
Verderop in de richting van de top staat een aantal eettentjes; ook vindt u er naast elkaar een Indiase tempel en een
moskee. Als u hier wilt overnachten: het Bellevue Hotel heeft comfortabele kamers. Bij de toegang tot het oude hotel ligt
een vogelpark met een kleine verzameling exotische vogels, onder hen enkele buitengewoon luidruchtige papegaaien. Een dalend
pad leidt naar de 30 hectare grote botanische tuin, waar veel tropische planten staan. Let vooral op de grote
kanonskogelbomen bij de ingang met hun bruine vruchten die in trossen rond de stam groeien. Hier is ook het verblijf van de
makaken die hier vrij rondlopen en de bezoekers beroven van hun eten en drinken, oppassen dus!
Kek Lok Si-tempel | |
De Kek Lok Si-tempel, de grootste boeddhistische tempel in Zuidoost-Azië, verheft zich majesteitelijk op een heuvel bij Ayer Hitam, een klein
stadje midden op het eiland. Hij staat op een groot terrein dat is bezaaid met gebedsruimten en pagoden waar een groot
aantal boeddhabeelden staan. Het opmerkelijkste gebouw is een pagode van zeven verdiepingen, die het middelpunt van het
complex vormt. De 30 meter hoge toren is gebouwd in drie verschillende stijlen. De achthoekige basis is typisch Chinees, de
middelste verdieping is Thai en het dak bestaat uit een gouden, spiraalvormige spits in Birmaanse stijl. Op elke verdieping
staat een altaar dat is gewijd aan de Boeddha en de godin van de barmhartigheid. Het is de gewoonte dat u een klein bedrag
geeft (hoeveel mag u zelf beslissen) als u de pagode wilt beklimmen.
De Thaise tempel Wat Chayamangkalaram | |
Deze feestelijk beschilderde Thaise boeddhistische tempel in Lorong Burmah wordt bewaakt door twee vervaarlijke goden,
terwijl de weg naar de ingang wordt geflankeerd door enorme draken met verschillende kopen. Deze tempel huisvest de op twee
na grootste liggende Boeddha; het beeld is 33 meter lang. Links van het altaar ziet u een beeld van een monnik in
lotushouding. Men gelooft dat dit het bewaard gebleven lichaam is van de stichter van de tempel. Zijn gezicht en ledematen
zijn bedekt met een dun laagje bladgoud. Achter het gigantische boeddhabeeld ligt een kelder waar in de nissen in de muur
de as is bijgezet van gelovigen die geld voor de tempel beschikbaar stelden. Bij iedere nis ziet u een gedenkplaat met de
namen en foto's van de overledenen. Aan de overkant van de straat staat de Birmaanse tempel, die weliswaar niet zo groot is,
maar even mooi. De tempel heeft een kleurig altaar van rood en goud en een enorme zittende Boeddha. Er zijn monniken
aanwezig voor de gelovigen.
De slangentempel | |
Verder naar het zuiden, aan de weg naar het vliegveld, werd in 1850 de tempel van de Azuurblauwe Wolk gebouwd ter
herinnering aan de boeddhistische priester Chor Soo Kong. In deze tempel, die blauw staat van de wierook, slingeren groen
en zwart gestreepte groefkopaders zich om takken die op altaren staan. De meeste van deze giftige slangen zijn ongevaarlijk
omdat hun giftanden zijn verwijderd. De wierook schijnt een kalmerende uitwerking op de dieren te hebben, want ze laten
zich zonder protest rond de hals van toeristen draperen, zodat officieel daartoe aangewezen fotografen er een foto van
kunnen maken. De opbrengst van de foto's wordt gebruikt voor het onderhoud van de tempel. Het aantal slangen is in de loop
der jaren afgenomen, hoewel het er wonderbaarlijk genoeg meer lijken te worden rond de verjaardag van de monnik in juli.
De stranden van Penang | |
Een bezoek aan Penang is niet compleet zonder dat u de tijd hebt genomen om u te ontspannen aan de zandstranden die van
Tanjung Bungah langs de belangrijkste hoofdweg bij Batu Ferringi ('vreemdelingenrots') tot het vissersdorp Teluk Bahang
lopen. Hoewel de meeste stranden prachtig schoon zand hebben, is het water er minder schoon dan aan de oostkust. De
stranden in de buurt van de stad zijn vervuild. Accommodatie in alle prijsklassen windt u overal langs de kust. U kunt er
allerlei soorten watersport beoefenen en uitstapjes maken naar de vlakbij gelegen eilanden Bidan, Telur en Song Song; daar
kunt u snorkelen, duiken en vissen.
In deze categorie:
•
Johor
•
Kedah
•
Kelantan
•
Kuala Lumpur
•
Labuan
•
Malacca
•
Negeri Sembilan
•
Pahang
•
Perak
•
Perlis
•
Putrajaya
•
Sabah
•
Sarawak
•
Selangor
•
Terengganu