Sabah
•
Sabah
•
Kota Kinabalu
•
Kinabalu National Park
•
De Kinabalu
•
Tunku Abdul Rahman Park
•
Tuaran
•
Pulau Sipadan
•
Sandakan
•
Sepilok - opvangcentrum voor orang oetans
•
Kinabatabangan en de Gomantong Caves
•
Turtle Islands Park
•
Wildwatervaren
•
De trein langs de padaskloof
Sabah | |
Sabah, 'het land beneden de wind', ligt in het noordoosten van het eiland Borneo. De kust is 1440 km lang. De westkust heeft
prachtige stranden, de oostkust bestaat uit mangrovemoerassen, waar 38 koraaleilanden voor liggen. Er wonen ongeveer 32
inheemse gemeenschappen, elk met hun eigen gewoonten en culturele tradities. Na hen zijn de Chinezen de grootste
bevolkingsgroep, gevolgd door de Indiërs en immigranten uit de Filippijnen en Indonesië.
Tot in de 15de eeuw bestond Sabah uit autonome gemeenschappen en verschillende clans. Ze werden geleid door stamhoofden,
die loyaal waren aan de sultan van Brunei. Later werden gebieden ten oosten van Marudu Bay overgedragen aan de sultan van
Sulu, die als wederdienst moest bemiddelen in een opvolgingskwestie. In 1881 sloot een Engelse zakenman, Alfred Dent, een
pachtovereenkomst met de sultans van Brunei en Sulu en vestigde hier de Chartered Company of British North Borneo. Net als
de rest van Zuidoost-Azië was ook Borneo tijdens de Tweede Wereldoorlog bezet door de Japanners. Aan het eind van de
Japanse bezetting droeg de Chartered Company zijn macht over aan de Britse regering. In 1963 ging het deel uitmaken van
Maleisië.
Sabah is een van de populairste vakantiebestemmingen van Maleisië. Het is een ideaal gebied voor sportieve activiteiten,
van bergbeklimmen en het afdalen in grotten tot duiken in een van de mooiste zeeën ter wereld, maar ook de rijke culturele
erfenis zorgt ervoor dat uw verblijf hier een opwindende ervaring is.
Kota Kinabalu | |
De belangrijkste stad Kota Kinabalu, die plaatselijk bekend staat als KK, is een drukke haven en de toegangspoort tot Sabah. Er staan
geen grote koloniale gebouwen, want het grootste deel van de stad, dat destijds Jesselton heette, werd tijdens de oorlog
verwoest. Een halve dag is voldoende om alle bezienswaardigheden te bezoeken, zoals de State Mosque, een schitterend gebouw
aan de Jalan Sembulan. Het State Museum aan de Jalan Muzium heeft een grote collectie etnologische, archeologische en
natuurhistorische voorwerpen. Het is van maandag tot en met donderdag geopend van 10.00 tot 18.00 uur en op zaterdag en
zondag van 9.00 tot 18.00 uur. Wanneer u een wandeling naar de bijzondere wijk Signal Hill met zijn prachtige huizen en de
Istana maakt, hebt u een prachtig uitzicht over de stad. Misschien vindt u het ook leuk om rond te kuieren over de Central
Market en de markthallen bij de zee. Hier vindt u tussen de drukte een overvloed aan lokale gerechten, traditionele kunst
en producten uit het oerwoud.
Kinabalu National Park | |
Na een aangename reis van 2 uur, met onderweg mooi natuurschoon, komt u in dit 754 km² grote natuurreservaat. Door de
aanzienlijke hoogteverschillen zijn de flora en fauna zeer afwisselend, van laaglandwoud (tot 1300 m) tot alpine vegetatie
in het gebied rond de top (boven de 3300 m). In de buurt van het kantoor van het park, op een hoogte van 1524 m, lopen
goede paden naar uitkijkpunten en heldere bergbeekjes. Dank zij het koele klimaat is het wandelen over deze paden zeer
aangenaam. U kunt hier genieten van de afwisselende flora; er komen niet alleen wilde orchideeën voor, maar ook de
grootste bloem ter wereld, de parasitaire Rafflesia, die een doorsnede kan bereiken van 45 cm. Hij is slechts in bepaalde
delen van het park te zien. Over sommige paden worden elke dag tochten met gids georganiseerd; bij het kantoor van het park
kunt u informeren naar de vertrektijden. Ongeveer 43 km verder liggen de Poring Hot Springs, hete zwavelbronnen in een
prachtig aangelegde tuin. Als u de berglucht langer dan een dag wilt inademen, is er accomodatie in vakantiehuisjes en
eenvoudige hotels.
De Kinabalu | |
Het hoogtepunt van een bezoek aan het park is de beklimming van Mount Kinabalu, waarvan het indrukwekkende granieten massief
de omgeving beheerst. U hoeft niet bedreven te zijn in bergbeklimmen, maar dient wel over een goede conditie te beschikken
om de klim naar de top te volbrengen. Om zonder al te grote inspanning optimaal te genieten van het landschap, kunt u voor
deze tocht het beste drie dagen en twee nachten uittrekken.
Om het begin van het pad naar de top te bereiken, rijdt of loopt u van het kantoor van het park over Kamborongoh Road naar
de krachtcentrale op 1829 m, ongeveer 4 km verder. Het pad volgt een smalle bergkam en loopt naar de belangrijkste helling
van de Kinabalu. Even verderop ziet u de Carson's Falls, daarna begint het pad langzaam te stijgen naar de eerste hut op
weg naar de top, op 1951 m. De tweede hut ligt op een hoogte van 2134 m, waarna het pad sterk stijgt over een smalle
bergkam om vervolgens te dalen in een vochtig bos met veel mossen. Hier staan Low's bekerplanten, genoemd naar Hugh Low,
die de berg als eerste beklom.
Ook verder langs het pad staan hier en daar hutten. Op een hoogte van 3353 m, in Panar Laban, staat het Laban Rata
Resthouse. Hier offerden de eerste ontdekkers een jonge witte haan en zeven eieren om de geesten van de berg gunstig te
stemmen. Tegenwoordig wordt dit ritueel eens per jaar uitgevoerd. De meeste trekkers blijven hier een nacht om de volgende
ochtend vroeg de laatste klim naar de top te maken. Van Panar Laban stijgt het pad verder door een ravijn naar de laatste
hutten in Sayat-Sayat, waar witte bergorchideeën tussen de rotsen groeien. Hier begint de grote, grijze granietvlakte van
het plateau van de top. Low's Peak, de top zelf, is van hieraf nog niet te zien. De meeste beklimmingen worden zo gepland
dat men de top bereikt op het moment dat de zon opkomt. Op een heldere dag is bijna heel Sabah te zien voordat de wolken
het uitzicht ontnemen, meestal tussen 9.00 en 10.00 uur 's morgens. Van hieruit ziet u de indrukwekkende Low's Gully, een
kloof van 1250 m diep. Zorg dat u warme en waterdichte kleren bij u hebt in plastic tassen, zodat ze droog blijven.
Bergschoenen, een hoed, flessen water, een zaklamp, enkele hoofdpijntabletten en wat voedsel dat direct energie geeft, zijn
zeer belangrijk. U mag de berg alleen beklimmen in gezelschap van een officiële gids. Lees voor uw vertrek de natuurgidsen
in het kantoor van het park.
Tunku Abdul Rahman Park | |
Van Kota Kinabalu is het maar twintig minuten met de boot naar een groep van vijf eilanden, die in 1974 tot nationaal park
werden verklaard. Pulau Sulug ligt het verst van de stad en heeft een klein strand aan de oostzijde. Er is geen
accommodatie; wel staan er kleedhokjes en toiletten en er zijn picknickplaatsen. Pulau Mamutik, het kleinste eiland, ligt
het dichtst bij Kota Kinabalu en is dus zeer populair. Er zijn stranden met koraalriffen en een eenvoudig hotel. Wanneer u
een pad volgt naar het hoogste deel van het eiland, hebt u een mooi uitzicht over de riffen. Pulau Manukan beschikt over
mooie stranden, vooral aan de oostkust. Voor de kust liggen prachtige koralen waar u uitstekend kunt duiken en snorkelen.
Hier staat het centrale kantoor van het natuurpark; bovendien zijn er vakantiehuisjes, een zwembad, restaurants en een
duikschool. Pulau Sapi is met Pulau Gaya verbonden door een zandbank. Het eiland beschikt over een van de beste stranden
van het natuurpark en er zijn prachtige koraalriffen. Er is geen accommodatie; wel zijn er picknicktafels, hutten,
kleedhokjes en toiletten. Kamperen is toegestaan als u toestemming hebt van de parkopzichter of van het Sabah Parks Office
in Kota Kinabalu. Pulau Gaya, het grootste eiland, heeft een rijke flora en fauna, met ondermeer zeearenden,
neushoornvogels, makaken, schubdieren, wilde zwijnen en reptielen. De kust is 24 km lang en het populairste strand, dat
Police Beach wordt genoemd, ligt aan Bulijong Bay. Er is hier geen accommodatie, wel zijn er de gebruikelijke faciliteiten
(kleedhokjes, toiletten en dergelijke). Er zijn geregelde boot- en veerdiensten naar het eiland.
Tuaran | |
Deze kleine stad, die ongeveer 35 km van Kota Kinabalu ligt, heeft prachtige stranden die omzoomd zijn door Kasuarbomen.
Elke zondagochtend gaat de bevolking naar de weekmarkt, de tamu. Handelaren en kopers komen van verre om producten te
verhandelen, variërend van vee tot traditionele geneesmiddelen, producten uit het oerwoud, gebak, ambachtelijke producten,
gedroogde vis en specerijen.
Tegen deze rustige en tijdloze achtergrond is het eerste luxueuze vakantieoord van Sabah gebouwd, Sabandar Bay Resort. Het
staat aan een prachtig gedeelte van het strand en werd in mei 1994 geopend. U vindt er de modernste faciliteiten voor
diepzeeduiken en in de schaduw van kasuarbomen staan de vakantiehuisjes, met op de achtergrond de Kinabalu.
Pulau Sipadan | |
Sipadan is zonder twijfel een van de mooiste duikplaatsen ter wereld. Het ligt per boot 3 uur van Semporna, op het
zuidoostelijke puntje van Sabah, en is een waar onderwaterparadijs. Het is het enige oceaaneiland van Maleisië, dat van
een diepte van 600 meter paddestoelvormig oprijst vanaf de bodem van de Celebeszee. Het schitterende onderwatergebied heeft
een rijke flora en fauna: zachte koralen, haaien, schildpadden, vissen in de meest uiteenlopende kleuren en vormen, krabben
en barracuda's. Het ondiepe water rond het eiland is zeer geschikt om te snorkelen, terwijl de prachtige witte zandkoralen
en het beboste binnenland zich lenen voor natuurstudie. Ook vogelliefhebbers komen er aan hun trekken; u vindt hier
fregatvogels, zeearenden en sternen.
|
|
Sipadan - Schildpad |
Sipadan - Vis |
Sandakan | |
De voormalige hoofdstad van Brits Noord-Borneo, Sandakan, werd na de Japanse invasie in 1941 herhaaldelijk gebombardeerd
door de geallieerde troepen. In 1945 brandde de stad door toedoen van de Japanners tot de grond toe af, waarna Jesselton de
nieuwe hoofdstad werd. Tegenwoordig is Sandakan een drukke vissershaven en in de restaurants worden de beste visgerechten
van Maleisië geserveerd. De interessante dagelijkse vismarkt is de grootste van Sabah. De Japanse begraafplaats en het
Australische gedenkteken herinneren aan de Japanse bezetting. Het gedenkteken markeert de plaats waar het kamp lag waar in
1945 de beruchte Dodenmars begon: 1800 Australische en 600 Britse krijgsgevangenen moesten een afstand van 227 km door het
oerwoud afleggen naar Ranau. Slechts zes van hen slaagden erin Ranau daadwerkelijk te bereiken, een jaar later.
Sepilok - opvangcentrum voor orang oetangs | |
In Sepilok, 24 km van Sandakan, ligt een asiel voor orang oetans die uit gevangenschap zijn bevrijd of die zijn gered uit
delen van het oerwoud die gekapt werden ten behoeve van de landbouw. Orang oetans zijn een beschermde diersoort en het is
in Maleisië verboden ze als huisdier te houden. Het voornaamste doel van het centrum is de dieren terug te zetten in het
oerwoud door middel van een leerproces waarbij ze hun basisinstincten om in het oerwoud te overleven, terug moeten krijgen.
Het voederen, dat tweemaal per dag plaatsvindt op plateaus in bomen, is leuk om zien. De dieren komen van alle kanten
aangeslingerd om te eten en plezier te maken. Tenzij u het niet erg vindt om een touwtrekwedstrijd met de apen uit te
vechten, kunt u het beste geen opzichtige of glimmende kleding dragen - dat trekt de aandacht van de dieren. En wanneer u
een camera of een handtas bij u hebt, houd die dan goed in de gaten. Hoewel ze er lief en tam uitzien, moet u niet vergeten
dat het wilde dieren zijn. U moet niet proberen ze aan te raken of in uw armen te nemen, ook al om de verspreiding van
ziekten tegen te gaan.
Kinabatangan en de Gomantong Caves | |
Natuurliefhebbers kunnen een uitstapje maken met de Kinabatangan River Safari. Hier, in de moerasgebieden van de
benedenloop van de rivier de Kinabatangan, leven neusapen, die er vreemd uitzien met hun grote, neerhangende neuzen. Deze
soort staat bekend onder de naam Orang Belanda (Hollander), naar de Hollandse missionarissen die volgens de plaatselijke
bevolking een te grote neus hadden. U kunt deze vreedzame apen voedsel zien zoeken bij de rivieroever of van boom tot boom
zien slingeren over het water. Ook orang oetans en olifanten leven hier, maar die laten zich zelden zien. Tussen de weg
naar het dorp Sukau en de Kinabatangan liggen de Gomantong Caves, waar miljoenen vleermuizen en zwaluwen leven.
Turtle Islands | |
Ongeveer 40 km voor de kust ten noorden van Sandakan liggen de turtle islands, een groep van drie eilanden die de autoriteiten van Sabah als
schildpadreservaat hebben aangewezen. Van juli tot oktober komen karetschildpadden en soepschildpadden aan land om eieren
te leggen. Op Pulau Selingaan staan ingerichte vakantiehuisjes waar bezoekers kunnen overnachten. Als u wilt, wordt u
's nachts door de parkwachters gewekt om te zien hoe de schildpadden aan land komen om eieren te leggen. U moet de huisjes
van tevoren reserveren bij het hoofdkantoor van Sabah Parks, maar u kunt het uitstapje ook regelen via een reisbureau. Op
de twee andere eilanden is geen accommodatie, maar u kunt ze wel bezoeken tijdens een dagtochtje.
Wildwatervaren | |
Wildwatervaren wordt op Sabah steeds populairder, vooral over de Padas bij Tenom (alleen voor ervaren beoefenaars van de
sport), bereikbaar met de trein vanuit Beaufort. In het regenseizoen kunt u op de Kedamaian bij Kota Belud uitstekend
varen, terwijl de Mulau in het Kiulu-gebied geschikt is voor beginners. De Papar bij de gelijknamige stad Papar, die in een
landelijke omgeving ligt, is een van de geschiktste rivieren voor deze sport. Dit riviergebied behoort tot de mooiste
landschappen van Sabah.
De trein langs de Padaskloof | |
De enige spoorlijn in Borneo verbindt de steden Papar, Beaufort en Tenom. Hij werd geopend in 1905 en is het enige traject
van de 'Trans-Borneo spoorlijn', een ambitieus project van de directeuren van de North Borneo Chartered Company, dat
daadwerkelijk is aangelegd. De lijn tussen Beaufort en Tenom loopt langs de schilderachtige Padaskloof en biedt een
prachtig uitzicht.
In deze categorie:
•
Johor
•
Kedah
•
Kelantan
•
Kuala Lumpur
•
Labuan
•
Malacca
•
Negeri Sembilan
•
Pahang
•
Perak
•
Perlis
•
Pulau Pinang
•
Putrajaya
•
Sarawak
•
Selangor
•
Terengganu
Externe sites:
•
Sabah Tourism