John en Pasca in Maleisië (deel 1)

Maleisië bestaat uit 2 delen namelijk het westelijk en het Oostelijk deel. Het westelijk deel wordt ook wel Peninsular Malaysia genoemd. Het grenst aan het Aziatische vasteland (onder Thailand). Het oostelijk deel grenst aan Borneo. Tussen deze 2 delen ligt de Zuid Chinese zee. De totale oppervlakte van Maleisië bedraagt 329.750 km2. De nationale munteenheid is de Maleisische Ringgit. De officiële taal van Maleisië is het Bahasa.

Maleisië telt 19,7 miljoen inwoners. Het land kenmerkt zich door de diverse godsdiensten die vreedzaam naast elkaar leven. Ongeveer 53% is Moslim, 17% Boeddhist, 12% Chinees, 7% Hindoe en 6% van de bevolking is Christen.

November 2005, eindelijk is het zover! Maleisië staat al jaren op ons “lijstje”. Dat lijstje van ons wordt alleen maar langer in plaats van korter! Maar nu is het dan zover. Samen met Talisman Reizen hebben we de hele reis gepland. Onze vlucht met Malaysia Airlines vertrekt precies op tijd. De vlucht is zeer aangenaam en we vermaken ons prima. Op 15 november om 06.30 uur komen we aan. De bagage-afhandeling en douane formaliteiten verlopen erg soepel, voordat we het weten staan we buiten in het zonnetje. Het is nog vroeg maar de warmte is al merkbaar. Onze touroperator staat al te wachten, dus hups, koffers in de bus en op naar The Federal, ons overnachtingadres voor de komende 4 dagen.

Onderweg krijgen we al een aardige indruk van Maleisië. Zodra we Kuala Lumpur naderen wordt het steeds drukker op de weg en dan eindelijk, heel in de verte zien we de Petronas Towers in de ochtendmist. Wat een prachtig gezicht! Het is nog vroeg in de morgen maar we mogen direct naar onze kamer, een deluxe suite. De kamer is heerlijk ruim en heeft een geweldig uitzicht over de stad. Even omkleden en de stad verkennen! Eerst een kop koffie in The Coffee Bean (niet aan te raden vonden wij) en dan is het tijd om een bezoek te brengen aan de Petronas Towers. Het is nog een aardig stukje lopen en het wordt al behoorlijk warm. De Petronas Twin Towers zijn 451,9 meter hoog en worden op de 42ste verdieping door een loopbrug met elkaar verbonden. De torens tellen 88 verdiepingen en ze maken op ons een geweldige indruk! De terugweg houden we de KL tower in de gaten, die kunnen we vanuit het hotel goed zien en was daar vrij dichtbij, dachten we… Schijn bedriegt echter in een wereldstad en na heel wat omzwervingen komen we eindelijk bij ons hotel aan.

Met Diethelm travel gaan we de buitenwijken van KL bezoeken. Met de auto rijden we naar de buitenwijken en dan gaan we te voet verder. Onze gids legt veel uit over het leven van de Maleiers, oa. waarom hun huizen op palen zijn gebouwd. Hier werd namelijk vroeger het vee ondergebracht. Tegenwoordig is dat bijna niet meer het geval, vooral niet in de wijken net buiten KL. Men verwacht dat in 2020 niets meer van deze buitenwijken te zien is. KL breidt zich elk jaar verder uit. Na een overheerlijke lunch bij een hawker stalletje (voor ons de eerste keer) vervolgen we onze weg naar een lokale markt, little India en China Town. De sfeer is op deze plekken geweldig en we kijken onze ogen uit. Uiteraard doen we de nodige inkopen in Petaling Street. Na een bezoek aan Museum Panduan en een stadstour keren we terug naar The Federal.

's Avonds bezoeken we diverse shopping centra. The Federal ligt tussen Lot 10 en BB Plaza. De centra zijn overweldigend groot en we verdwalen keer op keer! Maar shoppen kun je er!

Morgen een druk programma dus we gaan op tijd slapen.

Op 13 km van KL liggen de Batu Caves. De grotten van de Batu Caves zijn te bereiken via een trap met 272 treden. De hoofdgrot wordt de kathedraalsgrot genoemd. Deze grot bevat 6 meter lange stalactieten. De lichtstralen die door het “dak” naar binnen komen geven de grot een geheimzinnige sfeer. In de grotten bevindt zich de schrijn van Suramanya. Dit is de heiligste tempel voor het Thaipusam feest. Gelovigen lopen in processie vanaf de Sri Mahamariamman tempel in KL naar de schrijn van Suramanya. Naast de Batu Caves bevindt zich nog een kleinere grot, helaas was deze gesloten toen wij er waren. Na ons bezoek aan de Batu Caves vervolgen we onze weg naar het olifantenopvanghuis in Lanchang. Onze gids stopt nog bij een rubberplantage. Interessant om te zien hoe rubber wordt gewonnen. Helaas hadden we vergeten om ons in te smeren tegen de muggen, dus onder de bulten terug in de auto! Verder bezoeken we nog een palmolie plantage en een Orang Asli dorp voordat we in Lanchang aankomen.

In het olifantenopvanghuis worden verstoten olifanten en olifanten die niet meer kunnen werken ondergebracht. Dagelijks kun je meehelpen met het voeren en wassen van deze dikhuiden. Voordat we naar de olifanten gaan worden we eerst ingeschreven en bekijken we een film over het ontstaan van het opvanghuis. Het valt op dat we één van de weinige toeristen zijn, wat het natuurlijk wel heel leuk maakt. Na het voeren gaan de olifanten de rivier in en is het tijd voor dolle pret! Droge kleding hebben we op verzoek van onze gids meegenomen en dat is nodig ook! Na een verfrissende douche en een heerlijke lunch rijden we terug naar KL.

Helaas komen we in een file terecht en duurt de rit terug 2 uur langer dan normaal. De weg naar KL is door de hevige regenval ondergelopen. Wonderbaarlijk hebben wij in Lanchang geen druppel regen gehad.

Uiteraard mag een bezoek aan de historische plaats Melaka niet ontbreken tijdens onze reis. De rit er naar toe duurt niet lang. Melaka ligt op 150 km. van KL. Na een ontbijtje in The Federal komt de gids van Diethelm Travel ons ophalen. Het is nog erg rustig in de straten van KL. Zo te zien wordt het vandaag weer een mooie zonnige dag, het is in ieder geval al behoorlijk warm. In Melaka bezoeken we oa. de St. Pauls Church met de beroemde Nederlandse grafstenen. Heel bijzonder om midden in Maleisië Nederlands geschrift te zien. We nemen rustig onze tijd en dalen via de andere kant van St. Pauls Church de berg af. We komen uit bij de Porta de Santiago. Deze poort is het enige wat is overgebleven uit de tijd dat de Engelsen Melaka in het begin van de 19e eeuw innamen. Porta de Santiago draagt nog altijd het wapen van de VOC. Ook bezoeken we het Stadhuys uit 1650 en Christ Church. De rode bakstenen voor deze gebouwen zijn met scheepsladingen vanuit Nederland aangevoerd. Overal in Melaka zien we moderne Riksja’s. De een nog bonter dan de ander. We liggen helemaal in een deuk als er een riksja voorbij komt met de allernieuwste hits, knallend uit de geluidsboxen die hij op zijn fiets heeft geplaatst. De personen die met hem meerijden zullen dit ritje niet snel vergeten.

Het meest opvallend zijn de bontgekleurde huizen met prachtige decoraties. Zelf het politiebureau van Melaka is in oude stijl gebouwd. Ook maken we hier voor het eerst kennis met een echt Maleisisch toilet! We bezoeken enkele tempels en ook Jonker Walk mag niet ontbreken. Onze gids zegt dat Melaka veel op Georgetown op Penang lijkt. We wachten af, daar gaat de reis morgen naar toe.

De volgende dag nemen we afscheid van KL en vertrekken we naar Penang. De taxichauffeur die ons naar het vliegveld brengt is behoorlijk pissig, hij vond het onbeschoft dat de belboy van The Federal niet de moeite nam om onze koffers in de taxi te zetten. Ach, wij zitten hier niet zo mee, maar hij heeft natuurlijk wel gelijk. Al die dagen deed de belboy erg vriendelijk tegen ons maar bij het vertrek zien ze je niet meer staan.

Aangekomen op KL Airport horen we dat onze vlucht naar Penang enkele uren vertraging heeft. We kunnen echter wel met een vlucht eerder mee. Dan doen we dat toch, de tickets worden omgezet voor de vroegere vlucht. Nadat we door de douane zijn proberen we Diethelm te bellen om door te geven dat we eerder aankomen in plaats van later. We gaan ervan uit dat ook zij de vluchtberichten bijhouden. Helaas, geen verbinding. Dan nog maar een keer proberen op Penang en anders zit er niets anders op dan te wachten op de luchthaven van Penang.

Op Penang airport krijgen we wederom geen verbinding en na enkel keren navragen bij andere touroperators komt onze chauffeur opdagen. Van zijn hele warrige verhaal begrijpen we niet veel maar hij heet ons, na een stortvloed van woorden, uiteindelijk “welkom op Penang”. Ons verblijf adres in Georgetown is heel bijzonder we overnachten namelijk in een cultureel erfgoed; Cheong Fatt Tze Mansion. Een stukje geschiedenis: dit mooi gerestaureerde indigo blauwe Mansion staat aan Leith Street midden in het centrum. Een ware erfenis van haar vorige eigenaar, een arme Chinese jongen dien in zijn jeugd niks anders droeg dan vodden. Cheong was een Hakka (behoort tot een speciale Chinese groepering), uit het Teochew district van China, die in 1850 naar Java migreerde om zijn fortuin te zoeken. De Nanyang Sea, beter bekend als de Zuid Zee, bleek een gift voor de doorzettende mannen die het voor de wind ging in zakelijke contracten met de Nederlandse regering. Cheong liet zijn oog en fantasieën vallen op Penang, terwijl zijn stoomboten voeren tussen Penang en Medan.

Cheong greep zijn kans om naar Penang te verhuizen toen hij werd benoemd tot Vice Consul van China. Hij bouwde zijn legendarische herenhuis, terwijl hij doorging met het opbouwen van zijn handelsbetrekkingen, nadat hij Consul Generaal van China en Singapore was geworden.

Cheong Fatt Tze is een geweldig adres om te verblijven! De kamers zijn mooi authentiek ingericht en het geheel heeft een bijzondere sfeer. Het personeel is erg vriendelijk en ze willen je graag alles vertellen over dit herenhuis waar ze met recht trots op zijn.

Aangezien we niet zo lang op Penang blijven hebben we thuis al een heel "programma" gemaakt met wat we graag willen bezichtigen. De rest van de middag willen we Georgetown gaan verkennen. Wat een heerlijke stad! Veel stalletjes en winkeltjes, we vermaken ons prima tijdens onze verkenningstocht. Helaas moeten we enkele keren schuilen in verband met zware regenval. Als het morgen maar droog is! We willen van alles gaan bezichtigen en ook nog de rondleiding in Cheong Fatt Tze gaan doen. Drukke dag!

Onze tweede dag op Penang huren we voor de hele dag een auto met chauffeur/gids. We leggen hem het programma voor en hij geeft aan dat dit prima te doen is. Als eerste rijden we naar Penang Hill. Deze berg is 830 meter hoog en om boven te komen gaan we met een soort treintje. Het station is in Air Itam, een voorstadje van Georgetown. Boven op de berg is het heerlijk koel, dat scheelt echt een paar graden. We hadden graag de Canopy walk gedaan maar helaas hebben we daar geen tijd voor volgens onze gids. Achteraf hadden we dit makkelijk kunnen doen. Jammer...(laatste bericht 2006: de canopy walk is gesloten)

Vanaf Penang Hill hebben we een fantastisch uitzicht over Georgetown. In de verte zien we Penang Bridge. Het is echt een mooie heldere dag! Penang Bridge verbindt Penang eiland met een gedeelte van Penang wat op het vaste land ligt. De brug schijnt de 3e langste brug van de wereld te zijn.

We vervolgen onze rit naar de Boeddhistische tempel Kek Lok Si. De pagode van Kek Lok Si is zo’n 30 meter hoog en binnenin zijn duizenden Boeddha’s te zien. Onze gids rent er in sneltrein vaart doorheen. Dat is niet de bedoeling, kan hij wel vaker hier geweest zijn, maar wij niet! Wij vinden het indrukwekkend allemaal en gelukkig heeft onze gids wel verstand van zaken en heeft hij heel wat te vertellen. We passen ons tempo aan! Uiteraard willen wij ook een dakpan met onze namen erop, dat hoort erbij. Vanuit de toren hebben we uitzicht over het hele complex, dat is echt enorm groot. In de verte zien we The Goddess of Mercy, onze volgende bestemming. De Goddess of Mercy staat tijdens ons bezoek in de steigers, ze krijgt een afdakje wat haar moet beschermen tegen de regen en de felle zon. De wachters zijn geweldig om te zien. Onze volgende stop is bij de Botanical Gardens. Wat een rust heerst daar, heerlijk om te wandelen. Er zitten families op het gras met elkaar te eten en te kletsen. We zien de bekende Cannon Balls en de bloemen daarvan. Ook wij rusten lekker uit bij de waterval. We krijgen wel in de gaten dat het oppassen is voor de apen, die zijn echt brutaal.





Onze gids rijdt ons naar een tinfabriek, dit stond niet op ons programma, en we laten dus ook duidelijk merken dat dit voor ons niet hoeft. Maar uiteindelijk om de gids een plezier te doen gaan we toch mee, achteraf hadden we deze tijd beter kunnen besteden (hadden we toch maar de Canopy Walk gedaan). Zonder iets te kopen, wat duidelijk de bedoeling is, verlaten we de tinfabriek. Wel interessant om te zien hoor, hoe je allerlei spullen kunt maken van tin maar we willen graag onze dag en tijd zelf indelen. We rijden verder voor een bezoek aan de liggende Boeddha, de Wat Chayamangkalaram. Dit is een Thaise tempel gebouwd in 1845 door een Boeddhistische monnik uit Thailand. Het beeld van de liggende Boeddha is 33 meter lang en erg indrukwekkend, ook de nissen met urnen aan de achterzijde van de liggende Boeddha en de honderden Boeddha beeldjes aan de muren. De wachters en de draken bij de ingang zijn schitterend, wat een kleuren! Vanuit deze tempel steken we de straat over om de Birmese tempel te bezoeken. Weer een heel ander soort tempel en dat op nog geen 10 meter afstand van de liggende Boeddha. Ook deze tempel maakt weer erg veel indruk op ons.

Wat is Penang reuze interessant. We hadden nog best een dag langer willen blijven en we beseffen ons dat we het overgrote deel van Penang nog niet gezien hebben.

We eten heerlijk bij de hawkerstalletjes en proberen allerlei gerechten uit! s' avonds lekker slenteren door Georgetown...

Om 12.05 uur vliegen we vanaf Penang naar Langkawi. We gaan hier een lekkere strandvakantie houden. Heerlijk bijkomen van al onze indrukken. In het noordwesten, net onder Thailand, ligt de Langkawi archipel. Deze bestaat uit 99 eilanden waarvan er 3 bewoond zijn. Pulau (=eiland) Langkawi is het grootste eiland van de archipel. Er is op Langkawi, buiten, zon zee en strand, ook van alles te zien en te doen. We overnachten in Mutiara Burau Bay Resort. Dit resort is gelegen in het westen van het eiland. We hebben een geweldige cabana met uitzicht op zee. De huisjes zijn klein maar van alle gemakken voorzien, zoals een koelkast, waterkoker (koffie en thee aanwezig) en airco. De cabana heeft heeft een heerlijk balkon. Eindelijk kunnen onze koffers volledig worden uitgepakt, we verblijven hier maar liefst 9 dagen.





± 400 meter van het hotel bevindt zich Oriental Village. Dit “dorp” is speciaal opgezet voor de toerist, alle winkels duty free. Hier bevindt zich ook de ingang van de kabelbaan. Bijna dagelijks maken wij onze wandeling hier naar toe om onze koelkast bij te vullen! Onderweg kom je aapjes tegen. Deze zijn ook volop vertegenwoordigd op het resort. 's morgens wordt je wakker van de aapjes (Silver leaf monkey) die over het dak van je huisje rennen. Ook leven er diverse varanen, hagedissen en de bekende hornbills.

Vanuit Mutiara kun je het “paleis van de koning” zien liggen wat gebruikt is voor de film “Anna and the King”, via het strand lopen we hier naar toe. Leuk om in het echt te zien, vooral als je de film gezien hebt. Helaas is het in verval geraakt en neemt men niet de moeite op het op te knappen.

Helaas valt ons bezoek aan de "hoofdstad: Kuah in het water, de regen valt met bakken uit de hemel. Gelukkig weten we ons wel te vermaken in de shopping centra. Na 9 dagen Langkawi (lekker uitrusten) is het voor ons tijd om, via Kuala Lumpur, terug te keren naar het koude Nederland!