Wil en Hanneke in Maleisië (deel 1)
•
4 en 5 juli 2004
•
6 juli
•
7 juli
•
8 juli
•
9 juli en 10 juli
•
11 juli
•
12 en 13 juli
•
14 en 15 juli
•
16, 17 en 18 juli
•
19 juli
4 en 5 juli 2004 |  |
Veel te vroeg waren we op schiphol want ik wilde graag goede plaatsen in het vliegtuig. Bij de balie waar we moesten
inchecken stond een Turks gezinnetje met hun vader. Ze hadden 85 kilo aan bagage bij zich voor man vrouw en baby. Dat was
natuurlijk veel te veel en pa zou het wel even regelen. Hij ging flink tekeer en wist niet van ophouden. Het was zo’n mooi
schouwspel dat het wachten zo om was.
Toen we uiteindelijk konden inchecken waren alle plaatsen al bepaald en was er niets te vragen. Er was ons vertelt dat je
bij Malaysia Airlines ruime plaatsen hebt en een tv in de stoel voor je.
Dat van die tv viel ons nogal tegen, de films waren Chinees en Maleis ondertiteld. In het Engels was het niet te volgen
want die knop was stuk. De vlucht verliep prima en om half zes nieuwe tijd waren we in KL. Bij de kofferband waren onze
koffers er niet, dat was even slikken. Gelukkig hebben we ze gevonden want ze waren bij de verkeerde band gebracht. Zo
waren we weer een uur verder en gingen we naar de taxi. De taxichauffeur was nog vier klanten kwijt en bleef maar
zenuwachtig heen en weer lopen en excuses maken. Om half acht hield hij het voor gezien en vertrokken we. In het hotel
aangekomen waren de kamers nog niet klaar. We kregen een kop koffie en moesten maar wachten tot 11 uur. Een gezin met jonge
kinderen zat te wachten op de bank met allebei een slapend kind, ze keken niet echt blij. Wij gingen na de koffie ons
eerste verkenningsrondje maken in de buurt en kwamen er achter dat we midden in het centrum zaten, echt een leuke plek.
We gingen eten bij de hawkerstal om de hoek en hadden meteen ons eerste avontuur. Aan een tafeltje op de stoep zaten we
tijdens het eten te praten met een Amerikaan, die hier al acht jaar woont. Ineens leek het of er een wervelstorm aankwam
want iedereen om ons heen begon, onder luid gekakel, als een gek met tafels en stoelen te slepen. Alles ging naar binnen.
Alleen de Amerikaan bleef zitten. Ik stond ook op en wilde gaan helpen en dacht: “het gaat zeker regenen of zo”. Blijf maar
zitten zei de Amerikaan, deze mensen hebben geen vergunning om op de stoep te serveren en de politie komt er aan. Inderdaad
kwamen er drie agenten aan, bleven even wachten en liepen daarna weer verder. Na een half uur stond alles weer op de stoep.
We waren weer helemaal wakker. Om 11 uur betrokken we onze kamer. Deze was prima en we hebben lekker even een middagslaapje
gedaan. In de avond zijn we naar Chinatown gelopen en ik heb mijn ogen uitgekeken. Je krijgt zoveel nieuwe eerste indrukken,
heerlijk.
6 juli |  |
Na een heerlijk ontbijt op weg naar de Petronas Towers. Het was heel helder weer en we hebben erg genoten van het uitzicht.
We waren nog al weg van de architectuur van de torens. Hierna hebben we een taxi genomen naar de orchideeën en hibiscustuin.
In de eerste tuin waren werkzaamheden en hij was gesloten, in de tweede bloeide niets. Dan maar naar het Birdpark, dat lag
er naast. Hier hebben we wel lekker rond geslenterd, maar de hoeveelheid vrij vliegende/lopende vogels viel ons erg tegen.
Er waren veel wegkwijnende vogels in een kooitje. Toen we terug gingen kwamen we nog langs een grote moskee. We zijn er
niet in geweest want dit heeft niet zo onze belangstelling. In de avond hebben we weer lekker door de stad geslenterd en
genoten van alle lichtjes en mooie winkels. Om negen uur kregen we onze eerste tropische regenbui te verwerken. We hebben
meer dan een uur onder een afdak gestaan en alleen maar gekeken en gekeken. Prachtig!

Petronas towers
7 juli |  |
Met de taxi naar de Batu Caves, met deze rit zijn we, achteraf gezien erg opgelicht. Aan een werknemer van het hotel vroeg
ik wat een redelijke prijs was voor een taxi naar de grotten. Hij antwoordde met 70 ringit voor de heen en terugreis en dan
bleef de taxi een uur wachten. Het was buiten de stad en erg ver zei hij. Hij bestelde de taxi voor ons. In de taxi bleek
dat het maar 15 km was en dat daar ook genoeg taxi’s stonden voor de terugreis. RM30 was echt genoeg geweest. Ook vertelde
de chauffeur dat zijn dochter in het hotel werkte. De ene hand wast de andere zullen we maar zeggen. In de grotten waren
weer renovatie werkzaamheden aan de gang. Het heilige gaat er dan wel vanaf vind ik. Wat er nog te zien was vond ik mooi
hoor, maar er lag overal afval en bouwpuin en er was veel lawaai. Het viel niet mee om met de jetlag al die trappen op te
komen.
Daarna met de taxi naar de communicatietoren, kaartjes gekocht en weer genoten van het uitzicht. Boven op de toren zagen we
een soort park met oerwoud, het werd ook genoemd op het rondleidingbandje. Daar zijn we eens lekker gaan wandelen. Er
stonden namen op de bomen en nu weten we in elk geval waar onze kozijnen vandaan komen. Toen we het bos uitkwamen stonden
we precies bij een monorailstation. We besloten om een ritje met de monorail te gaan doen. We hebben een kaartje gekocht
naar het verste punt, daar ergens wat gegeten en dan weer terug. Het is leuk om KL vanuit de monorail te bekijken, je ziet
de dingen in een ander perspectief.

De Rafflesia
8 juli |  |
Om half elf werd de huurauto gebracht, een splinternieuwe Kia en na een kwartiertje bewogen we ons in het drukke verkeer.
Dat was wel even omschakelen omdat je in de taxi niet zo oplet waar je heen gaat en je moet ook nog links rijden. We zijn
al twee keer in Afrika geweest en hebben wat ervaring gelukkig. Het ergste zijn de brommers, ze scheuren als een zwerm
bijen links en rechts om je heen en je moet echt opletten dat je er niet één plat rijdt. Het doel voor vandaag was het
vuurvliegjespark in Kuala Selangor. Het natuurpark waar we wilden logeren was dicht, want de airco was stuk. In de lonely
planet stonden wat hotels aangeven in Kuala Selangor, die gingen we bekijken. We schrokken ons rot.
Een kale kamer met een bed waar je de veren doorheen voelde, alleen een laken op het matras en een vies dekentje om je te
bedekken. De wc annex douche was verschimmeld en bestond uit een gat in de grond voor je behoefte en een stukje tegels er
naast om je te douchen. Alle vier de hotels waren zo. Aan een taxichauffeur gevraagd of er niet iets beters was en die wees
ons de weg naar Kuala Tembeling, waar je chaletjes kon huren naast de steiger voor de tocht naar de vuurvliegjes. Dat was
een prima plek en goed te betalen.
In de avond lekker gegeten in het restaurant van het park en daarna de tocht naar de vuurvliegjes. In een elektrisch
aangedreven boot ga je de rivier op en zie je duizenden lichtgevende kevertjes in de bomen, een geweldig schouwspel. Het
leek wel kerst. De tocht duurt een half uur, maar we zijn nog een uurtje bij de steiger blijven hangen om te kijken.

Challets in Kuala Selangor
9 juli en 10 juli |  |
Via de snelweg richting Ipoh gereden en bij Tapah afgeslagen naar de Cameron highlands. Het was een hele mooie route. Je
moet hier wel ruim de tijd voor nemen. We logeerden in Tanah Rata, in Bala’s Chalets. Dat zag er erg leuk uit, maar bleek
achteraf toch wel bala. De wc trok niet door, de douche was koud en om zes uur in de ochtend begon de imam zijn lied tot
zeven uur.
We waren vroeg op dus en vroegen om een andere kamer waar de wc en douche het wel deed. Die kregen we en we verhuisden. De
rest van de dag hebben we doorgebracht op Gunnung Brinchang, het hoogste punt in de omgeving, een theeplantage, een
vlindertuin en een Chinese tempel. We kregen weer een behoorlijke stortbui op ons dak. Toen het weer droog was konden we
nog net een kleine “jungletocht maken”, erg tof. Het was wel glibberig maar heel mooi met allemaal boomvarens en, voor ons,
nieuwe planten en bomen.
s’Avonds lekker eten in de hawkerstalls en ons te goed gedaan aan saté en nasi.
11 juli |  |
De Imam was er weer om half zes en we stonden weer onder de koude douche. Wil deed met het uitchecken zijn beklag. De man
achter de balie zei met neergeslagen ogen: “thank you sir” en we vertrokken. Het nieuwe doel was het Taman Negara, we
moesten meer dan 400 km rijden. Dat viel zo tegen qua tijd dat we pas om vijf uur in Tembeling waren. Er wordt vreselijk
gevaarlijk gereden in Maleisië, minstens 4 keer per uur komt de adrenaline je oren uit. Vrachtwagens rijden met 30 km tegen
de berg op onder het uitstoten van dikke zwarte rookwolken.
Iedereen probeert ze natuurlijk in te halen, ook daar waar het niet kan. Als we in een bocht een vrachtwagen langzaam onze
kant op zagen komen, hielden we al helemaal in en gingen zoveel mogelijk aan de kant, want negen van de tien keer kwam er
dan een personenauto of soms ook een bus recht op je af.
In Tembeling waren we natuurlijk veel te laat voor de boot en knoopten we een praatje aan met de plaatselijke bewoners daar.
Die konden ons vertellen dat er ook een weg liep naar Kuala Tahan. Dit is een dorp tegenover de ingang van het park. Je
kunt dan voor een halve ringit overvaren met een bootje. Die weg stond niet op onze kaart en de mannen hebben ons haarfijn
uitgetekend hoe we moesten rijden. Het was nog 60 km.
We besloten om nog te gaan en vonden moeiteloos de weg. De eerste 40 km ging van een leien dakje, de weg was prima en we
zagen ons al met een sapje op een floating restaurant. Toen draaide er, vlak voor ons, een auto de weg op en moesten we erg
remmen. Wil mopperde wat en zag, tot zijn verbijstering, dat voor hem die auto ineens helemaal naar rechts de berm
inscheurde en een paar meter verder weer de straat op ging. Dat is ons geluk geweest, want anders hadden we de auto
totalloss gereden. Voor ons hield het asfalt op en zat een groot gat in de weg. Maar goed dat we ABS op onze Kia hadden.
Hierna was het twintig km lang hetzelfde beeld, soms asfalt meestal veel gaten.
We kregen ook nog een flinke stortbui waardoor je de gaten niet meer zag. Kapot kwamen we aan in Kuala Tahan. Bij de
steiger stond een man die ons een geheel nieuw hotel wees, het Rainforrest resort. Dat was een hele goede keus. Heerlijke
kamer en alles doet het. We hebben ervaren, gedurende onze reis, dat je beter net buiten het park kunt logeren dan er in,
omdat dat de helft goedkoper is en de accommodatie in de parken vaak niet zo goed is als daar buiten. Na een verkwikkende
douche zaten we om zeven uur op het terras van een floating restaurant, eindelijk ons sapje.
 |
 |
Poseren voor een woudreus |
Floating restaurant, Kuala Tahan |
12 en 13 juli |  |
Deze dagen hebben we door gebracht in het Taman Negara. Na het halen van de benodigde permits gingen we op weg naar de
canopy walk, een wandelpad op 45 meter hoogte, tussen de boomkruinen. Voordat we de jungle in gingen waren we al drijfnat,
het is alsof je in de sauna loopt. Toch was het maar 29,5 graden. Omdat Wil hoogtevrees heeft mocht hij eerst naar boven en
bleef ik vlak achter hem. Gelukkig was het nog heel rustig want het viel hem niet mee. Je moest 5 meter en later 10 meter
uit elkaar blijven, maar dat was voor hem veel te eng, dus hield ik iedereen tegen totdat hij aan de overkant was. Op het
platform rond een boom durfde hij weer om zich heen te kijken. De arme stumper heeft het hele parcours toch afgelegd (het
is éénrichting verkeer, je kunt niet terug). Geweldig hoor! Daardoor had ik veel tijd om te kijken en het is echt de moeite
waard. Na de Canopywalk zijn we verder gewandeld naar een uitzichtpunt, we genoten met volle teugen. Om negen uur in de
avond werden we opgehaald voor een nachtwandeling. Met een gids ga je, gewapend met zaklamp, het oerwoud in en hoop je
insecten te zien. We zagen leuke dingen zoals lichtgevende paddestoelen, een kameleon, een boomkikker, sprinkhanen,
wandelende takken en een dikke spin.
Voor de volgende ochtend hadden we een boottocht geboekt bij het hotel. Heen ging het met een lange houten boot en gingen
we over zeven stroomversnellingen. De terugtocht ging met een tube, een grote zwemband. De tocht zou 2,5 uur duren. In onze
zwemkleding, met lagen zonnebrand gingen we naar de boot. Ik vond het al vreemd dat er geen banden in de boot lagen en
vroeg er naar. De jongen kon nauwelijks engels en zei overal ja op dus ik liet het maar zo. In drie kwartier waren we heen
en weer over de stroomversnellingen, van banden niets gezien. Erg teleurgesteld deden we ons beklag, eerst bij het
bureautje die de schuld gaf aan het hotel en later bij het hotel, dat zich verontschuldigde en ons een gratis diner aanbood.
Dat hebben we aangenomen, voor een nieuwe boottocht was geen tijd meer. We hadden veel beter zelf iets kunnen regelen bij
zo’n bureautje, er waren er genoeg. Die middag zijn we naar Bukit Indah gelopen, een uitzichtpunt die op de rivier uitkijkt.
Het was een prachtige wandeling van vijf uur.
Om half acht was er het diner en we waren de enige mensen in het restaurant. Je kon kiezen uit lamsbout en biefstuk en Wil
eet geen vlees. Dat was moeilijk kiezen, dus we namen de biefstuk maar. Die was zo taai dat we het niet weg kregen, de twee
aardappels waren rauw. Ik snapte meteen waarom wij daar alleen zaten. Slap van de lach gingen we naar onze kamer en aten
een boterham met pindakaas.
14 en 15 juli |  |
Bij het ontbijt kon je kiezen uit ei, ei of ei en Wil lust geen eieren. Dat werd dus toast met jam als ontbijt.
Daarna op weg naar Cherating. Alleen de eerste 20 km was slecht, we deden er een uur over, de rest van de reis ging
voorspoedig en om een uur of drie hadden we een kamer in Kampung Cherating. We hebben de middag verder besteed met lezen en
wandelen langs het strand. Het is hier een mooi strand, wel veel kwallen. Het water is zo warm, dat het heerlijk is om er
met je blote voeten door te slenteren.
De volgende dag waren we duidelijk te laat voor het ontbijt, het was negen uur en er was niets meer, behalve twee
boterhammen en een schraapje jam. Gelukkig kregen we nog een paar boterhammen en ook nog een beetje jam. We zijn begonnen
met een flinke strandwandeling, heerlijk. Daarna met de auto naar Cukai om te internetten en wat lekkers te kopen. Op de
terugweg zijn we nog bij het schildpaddeninformatiecentrum (leuk woord voor galgje) langs gegaan. We hebben Pizza gegeten
in Cherating, en gepraat met de eigenaar die 15 jaar in Europa had gewerkt en nu terug was om het wat kalmer aan te doen.
16, 17 en 18 juli |  |
Na onze eigen boterhammen met pindakaas, (ze vroegen met het uitchecken nog of we geen ontbijt wilden) vertrokken we naar
Melakka, een reis van 350 km. Het ging grotendeels door palmolieplantages. Alleen het laatste stuk was prachtig en we
vonden de kampungs onderweg, heel erg mooi en echt wat je je van Maleisië voorstelt. Melakka is een enorme stad en het
duurde wel even voordat we een hotel aan de kust hadden gevonden. We hebben zeker een uur moeten zoeken en vragen. We
logeerden in het Merdac, aan de noordkant van de stad en lekker rustig, dachten we. Dezelfde avond gingen we nog naar de
stad, het ritje duurde een half uur. We keken onze ogen uit naar al die verlichte riksja’s, de één nog mooier versierd dan
de ander. De volgende dag weer terug naar de stad en de stadswandeling gelopen, heel mooi.
We hadden geluk want bij de grote Chinese tempel was het offerdag. Een man vertelde ons dat twee keer per maand iedereen
naar de tempel moest gaan om te bidden en wierook aan te steken.
In de avond een strandwandeling gemaakt langs de vissersboten. Het was een vies strand, met open riolen. In een kwartier
tijd zagen we een dode kat, een dode rat en een dode vis op het strand.
De avondrust werd verstoord door een grote groep jongens op brommers, die een wedstrijd in hard rijden deden op de straat.
Het was zaterdag. Dit duurde dus tot twee uur in de nacht. De volgende dag naar Muar gereden waar we koffie dronken bij een
chinees stalletje. We hebben heel leuk gesproken met een gepensioneerde man over oud zijn in Maleisië en de ouderenzorg.
Hij vertelde dat de gemiddelde ambtenaar 2000 ringit per maand verdient, AOW is er niet, je moet zelf maar sparen voor je
oude dag. Hij was altijd vrachtwagenchauffeur geweest en hielp nu in het restaurant.
Hierna verder naar Tangkak, waar een waterval moest zijn. Omdat het zondag was zat half Maleisië daar te picknicken. De
mannen zwommen in zwembroek, alle vrouwen gingen geheel gekleed, met hoofddoek en al te water. Het waren 532 treden naar
boven, het was de moeite waard.
Wanneer de mensen, hier in Maleisië, ons aanspreken, vragen ze eerst waar je vandaan komt en zeggen daarna grijnzend dat we
hebben verloren met voetbal. Veel kinderen roepen heel hard hello, hello en roepen je dan van alles na wanneer je voorbij
bent. In de avond was er markt in onze straat, daar zijn we nog lekker over heen geslenterd.
 |
 |
Offerdag in een Chinese tempel |
Schoolmeisjes |
19 juli |  |
Vandaag ging het richting Port Dickson voor onze laatste dag op west Maleisië. We namen de kustweg, het was maar 100 km. We
hebben gelogeerd in het Corus, een super hotel met watercascades in de hal, een zwembad en fitness en een eigen baai. Een
standaard kamer kostte maar 138 rm.
We hebben heerlijk gezwommen en gelezen. 's Middags en 's avonds onze koffers weer even goed ingepakt voor de vliegreis van
morgen naar Kuching.
Lees ook deel 2 van dit verslag!
Het reisverslag en eventuele foto's op deze pagina zijn met uitdrukkelijke toestemming van de auteur(-s) overgenomen.
Met dank aan Hanneke van Vemde.
In deze categorie:
•
2013 Ton en Ria in Maleisië (deel 1)
•
2013 Ton en Ria in Maleisië (deel 2)
•
Een verslag gevormd door 11 e-mails
•
17 dagen fly-drive door Maleisië
•
17 dagen Kuala Lumpur, Penang en Langkawi
•
Duiken op Pulau Payar met Esther en Arno
•
Jenny in Maleisië
•
John en Pasca in Maleisië (deel 1)
•
John en Pasca in Maleisië (deel 2) Sabah
•
Kuala Lumpur, Penang en Langkawi
•
Linda en Ward + vrienden
•
Merdeka Dag in Kuala Lumpur
•
Pam en Ries op wereldreis (14 delen)
•
Reisverslag van Peter Harsma
•
Trektocht door Maleisisch Borneo
•
Reisverslag van de Twee Reizigers