Pahang

Pahang is de grootste staat van West-Maleisië en heeft alle kenmerken van een ideale vakantiebestemming. Bijna alle interessante bezienswaardigheden van het schiereiland zijn hier te vinden - heerlijke stranden, Taman Negara, Pulau Tioman en de drie vakantieoorden in de bergen. Kuantan, de hoofdstad, is een onbeduidend stadje, maar wel een uitstekende basis om Pahang te ontdekken.

Slechts 5 km van Kuantan ligt Teluk Chempedak, een populair strand met veel accommodatie en restaurants; er zijn ook veel batikwinkels. Een korte wandeling door het Teluk Chempedak Forest Reserve brengt u bij het afgelegen Teluk Pelindun. Niet veel verder ligt het schilderachtige vissersdorp Beserah. Hier kunt u waterbuffels zien die vis transporteren van de zee naar een bouwvallige fabriek op het strand, waar de ikan bilis (ansjovis) wordt verwerkt waar deze streek bekend om is. Ten noorden van Beserah ligt Kampung Balok, een ideale plek om te windsurfen. Het Coral Beach Resort is het belangrijkste vakantiedorp aan dit deel van het strand, maar er zijn ook nog een aantal kleinere in deze streek. Verderop langs de kust ligt Kampung Cherating, 47 km van Kuantan, dat gewoonlijk wordt geassocieerd met Club Mediterrannee, hoewel deze maar een klein deel van het strand in beslag neemt. Op ongeveer 1,5 km van Cherating ligt het strand van Chendor, waar soepschildpadden aan land komen om eieren te leggen.

Ongeveer 25 km landinwaarts, bij Panching ten noordwesten van Kuantan, ligt Gua Charah, een aantal kalksteengrotten die worden vereerd als boeddhistische heiligdom. In een van de grotten is een 9 m lange liggende Boeddha uit een harde rots gehakt. Er wonen monniken in de tempel. Bezoekers mogen tot diep in de grot doordringen. De vlakbij gelegen waterval Sungai Pandan stort in een diep meer waar u lekker kunt zwemmen.

U kunt zuidwaarts verder reizen naar Kampung Belimbing, ongeveer 100 km van Kuantan, om daar een boot te nemen en over de twaalf schilderachtige meren te varen die van juni tot september zijn bedekt met lotusbloemen. Dit is het legendarische Tasek Chini. Volgens overlevering stond hier vroeger een oude, ommuurde Khmerstad. De Jakun, een van de Orang Asli-stammen die bij het meer wonen, geloven dat een reusachtig monster, de Naga, zich diep in het meer ophoudt. In Tasek Chini staan houten vakantiehuisjes en er is een camping.

Wie het oudste regenwoud ter wereld, dat al 130 miljoen jaar onaangetast is, met eigen ogen wil zien, mag het grootste nationale park in West-Maleisië niet missen. Taman Negara is 4343 km² groot. Het gebied werd al in 1938 tot nationaal park verklaard. Trek minstens twee tot vier dagen uit voor een bezoek. Plantenliefhebbers kunnen er genieten van de weelderige vegetatie die zich uitstrekt van de dipterocarpebossen in het laagland en de moeraswouden tot de eiken en de dwergflora in het hooggebergte bij Gunung Tahan. Ook wie geïnteresseerd is in wilde dieren kan hier zijn hart ophalen. Er zijn zes observatiehutten in het park, waar u uitzicht hebt op met gras begroeide open plekken. Vanuit hutten midden in het oerwoud kunt u grote dieren zien, zoals seladangs (wilde os), sambars, herten, wilde zwijnen en tapirs. Olifanten, luipaarden, tijgers, Maleise beren en Sumatraanse neushoorn leven hier ook, maar ze laten zich zelden zien. Er zijn hier meer dan 250 vogelsoorten geteld. In het park worden trektochten georganiseerd van wisselende lengte, variërend van een tot negen dagen.

Het eiland Tioman ligt voor de zuidkust van Pahang. Het is weliswaar klein - 39 km lang en 19 km breed - maar bijzonder mooi. In het glasheldere water wemelt het van de vissen en andere zeedieren, en er zijn prachtige stranden met goudgeel zand. Hier ligt een van de populairste eilanden aan de oostkust om te duiken en te snorkelen. De ondiepe wateren bij Salang Beach en rond de nabij gelegen eilanden Tulai en Renggis zijn uitermate geschikt om te duiken. Ook het binnenland van Tioman is spectaculair, met indrukwekkend hoge bergen, weelderig tropisch regenwoud en karakteristieke traditionele dorpjes. In het hoogseizoen zijn er beduidend meer toeristen dan oorspronkelijke bewoners. U kunt wandeltochten maken door de jungle dwars over het eiland, van Juara tot Tekek, en wie niet van wandelen houdt, kan met een boot rond het eiland varen. Informatie over de vertrektijden is te krijgen bij de bars van de grootste vakantieplaatsen.

De Cameron Highlands 295km van Kuala Lumpur, vormen het mooiste heuvelgebied in Maleisië. Het is genoemd naar William Cameron, een regeringswaarnemer die de streek in 1885 onderzocht. Het ligt op 1524m boven de zeespiegel en er heerst een fris en koel klimaat. Bloemen, vruchten en groenten groeien hier in overvloed, om nog maar te zwijgen van het golvende tapijt dat gevormd wordt door de theeplantages. De Orang Asli, de inheemse bewoners van het Maleisische schiereiland, leiden een semi-nomadisch leven in de bossen en bouwen kleine hutten van atap op de berghellingen. Langzaam maar zeker worden ze geïntegreerd in de Maleisische maatschappij en sommigen hebben werk gevonden in dit gebied. U kunt onderweg stoppen bij een van de nederzettingen en zien hoe ze hun bamboe vallen en manden maken. Als u ze wat geld geeft, zijn ze bereid hun vaardigheid met een blaaspijp te demonstreren.

Ringlet is een klein plaatsje met winkels en hotels. Het ligt aan de voet van de heuvel die leidt naar de eigenlijke Cameron Highlands. U kunt onderweg even pauzeren bij Lata Iskander, een prachtige waterval vlak bij de weg, halverwege de Highlands. De lucht wordt voelbaar kouder wanneer u verder rijdt naar Tanah Rata en Brinchang, de twee plaatsen in de hooglanden. Beide stadjes bieden voldoende accommodatie, winkels en restaurants. Er zijn ook fruit- en bloemenstalletjes waar de heerlijk smakende lokale producten worden verkocht. De bevolking bestaat voornamelijk uit Chinezen die hun brood verdienen als boer. Elk stukje land is in cultuur gebracht. Een bezoek aan dit gebied is niet volledig als u de theeplantages niet hebt bezocht. De beroemdste plantages zijn in het bezit van Boh Tea. Het zijn de eerste plantages in de hooglanden en ze werden in 1929 opgericht door John Archibald Russel. Het bedrijf beschikt over twee plantages, elk aan een andere kant van de hooglanden: de Boh Tea Estate in het zuiden bij Ringlet en de Sungai Palas Tea Estate bij Gunung Brinchang in het uiterste noorden van de Cameron Highlands. Beide plantages zijn nog steeds in het bezit van de familie Russell; jaarlijks wordt er 4 miljoen kg thee geproduceerd. U kunt de theeproductie met eigen ogen aanschouwen van het moment dat de thee wordt geplukt tot aan het eindproduct. Na een reis door archaïsche drogers, persen en zeven komt een heerlijke thee te voorschijn.

Een van de beste hotels in de Highlands is het koloniale Ye Olde Smokehouse Country House Hotel. Het is gebouwd in de stijl van een oud engels landhuis. Het hotel heeft ramen met spijlen, houten balken, comfortabele leunstoelen en functionerende open haarden. In het restaurant serveert men karakteristieke Engelse gerechten zoals steak and kidney pies met Yorkshire pudding. 's Middags wordt er thee geserveerd met vers gebakken scones. In de slaapkamers is geen telefoon; de gasten moeten naar de rode telefooncel (die je in Engeland nauwelijks meer ziet) in de tuin als ze een telefoontje willen plegen. Om het geheel te completeren, zijn de meeste slaapkamers voorzien van hemelbedden.

Andere attracties in dit gebied zijn de vlinderboerderij (een verzameling van Rajah Brooke's vogelvleugelvlinders), rozentuinen, bloemkwekerijen en de boeddhistische Sam Poh Kong-tempel in Brinchang. Voor de avontuurlijke reiziger worden er door de plaatselijke reisorganisaties trektochten door het oerwoud georganiseerd. De Cameron Highlands mogen misschien wat van hun vroegere charme hebben verloren door de toestroom van toeristen, maar de glooiende heuvels, groene terrassen en spectaculaire dalen met theeplantages maken een bezoek aan dit gebied tot een onvergetelijke ervaring.

Ten noordoosten van Kuala Lumpur, op 104km afstand, liggen de heuvels van Fraser's Hill, dat gebouwd is op zeven heuvels, 1524m boven de zeespiegel. Het is genoemd naar Louis James Fraser, een onversaagde handelaar die voornamelijk geïnteresseerd was in tin, opium en gokken. Er heerst een koloniale sfeer door de villa's en tuinen. Maar er zijn veel wilde dieren en af en toe maken zelfs tijgers hier hun opwachting. De weg is smal en kronkelig en op de laatste 8km is er tussen 6.30 uur en 19.00 uur eenrichtingsverkeer, het ene uur voor het verkeer dat aankomt, het andere voor het verkeer dat vertrekt. Er zijn enkele hotels, bungalows en chalets, waaronder de Merlin Resort, het grootste hotel ter plaatse.